Aanklager Strafhof wil onderzoek naar oorlogsmisdaden Nigeria
De aanklager van het Internationaal Strafhof wil een uitgebreid onderzoek beginnen naar de strijd in Nigeria tussen het regeringsleger en terreurorganisatie Boko Haram. Rechters moeten het verzoek van de aanklager nog goedkeuren.
Op basis van het vooronderzoek is er volgens aanklager Fatou Bensouda voldoende reden om aan te nemen dat beide kampen zich schuldig hebben gemaakt aan oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. Ze noemt onder meer moord, verkrachting, slavernij, marteling en het rekruteren van kinderen voor de strijd.
Het vooronderzoek begon in 2010 en een paar jaar later werden de eerste bevindingen over de misdaden in Nigeria gepresenteerd. De afgelopen jaren wilde de aanklager de Nigeriaanse regering de kans geven om de verantwoordelijken te berechten, maar daar is volgens Bensouda weinig van terechtgekomen.
Er zijn wel enkele Boko Haramleden vervolgd voor deelname aan een terroristische organisatie, maar dat waren volgens Bensouda vooral lagergeplaatste strijders. Beschuldigingen tegen Nigeriaanse ordetroepen zouden door de militaire autoriteiten na onderzoek zijn afgewezen.
Belangrijke mijlpaal
Amnesty International noemt de stap van Bensouda een belangrijke mijlpaal. "Slachtoffers wachten al tien jaar op gerechtigheid", aldus de mensenrechtenorganisatie die oproept om snel met het onderzoek te beginnen. "Nog meer vertraging levert alleen maar frustratie op bij slachtoffers. Ook is er dan het risico dat bewijsmateriaal en getuigenverklaringen voor altijd verloren gaan."
Boko Haram zaait al jarenlang vooral in het noordoosten van Nigeria dood en verderf. Die regio is sinds de onafhankelijkheid van de Britten in 1960 enorm achtergesteld ten opzichte van de rest van het land, zei correspondent Koert Lindijer eerder. "Het gebied is extreem arm en een makkelijke prooi voor extremisten. De overheid heeft er duidelijk gefaald."
Vorige maand vermoordden de extremisten bij een aanval op een dorp zeker 110 mensen. Volgens de VN sneden de aanvallers de keel van hun slachtoffers door terwijl ze vastgebonden waren. De aanval zou bedoeld zijn als vergelding voor het overdragen van een lid van Boko Haram aan de politie door de dorpelingen.