Fatale helikoptercrash Aruba kwam door nemen bocht: 'Uitzonderlijke omstandigheden'
De oorzaak van de helikoptercrash bij Aruba waarbij in juli twee militairen omkwamen is een manoeuvreprobleem. Dat zegt de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) naar aanleiding van een verkennend onderzoek.
Het blijkt dat de legerhelikopter in de problemen kwam door het maken van een bocht. Daardoor kwam het toestel op gelijke snelheid met de wind. "Hierdoor hing het toestel als het ware stil in de lucht", meldt de OVV. "Er is dan veel extra vermogen nodig om de helikopter in de lucht te houden."
"De vlieger zette extra vermogen in, maar door de lage vlieghoogte was het onmogelijk om de ingezette daling nog op tijd te corrigeren. De helikopter verloor snel hoogte en raakte binnen enkele seconden te water."
De NH90-helikopter van de Koninklijke Marine stortte van de zomer tijdens een oefening bij Aruba in zee. Daarbij kwamen twee bemanningsleden om: de 34-jarige vlieger Christine Martens en de 33-jarige tactisch coördinator Erwin Warnies.
'Grote inzet getoond'
Het toestel maakte deel uit van het patrouilleschip Zr.Ms. Groningen. De bemanningsleden zagen de helikopter neerstorten en begonnen meteen een reddingsoperatie.
In totaal zaten er vier mensen in de helikopter. Twee van hen konden zichzelf bevrijden en werden uit het water gehaald. De andere twee lukte dat dus niet, zij verdronken.
Uit het onderzoek blijkt dat de bemanning van het marineschip "grote inzet heeft getoond om de collega's te redden". Onder meer de hoge golven maakten de reddingactie lastig. Ook de beperkte capaciteit en "toerusting aan boord" leidden ertoe dat niet alle vier de inzittenden konden worden gered.
Oefenen
Volgens OVV-voorzitter Jeroen Dijsselbloem ging het mis door een combinatie van omstandigheden. "De helikopter was aan het oefenen met deklandingen: meerdere keren opstijgen, om het schip heen vliegen en weer landen aan dek. Bij het nemen van een bocht om het schip heen, kwam die stil te hangen. De piloot heeft extra vermogen bijgezet, maar er was te weinig tijd om te corrigeren."
Dijsselbloem spreekt van "uitzonderlijke omstandigheden". Onder meer doordat er met één piloot werd gevlogen. "Die moest alles in de gaten houden: de afstand tot het schip, het water en de hoogte."
"Het was echt een samenspel van factoren", zegt hij. "De menselijke factor speelt altijd een rol in dit type ongelukken, maar de omstandigheden evenzeer. De helikopter vloog rond het schip, vlak boven het water en kwam door de eigen snelheid en wind van achter stil te hangen. Dan moet je snel reageren en daar moet je goed getraind op zijn."
Een van de vragen die volgens de raad dan ook nog beantwoord moet worden, is of militairen hier voldoende voor worden opgeleid. Dat geldt ook voor jezelf bevrijden uit een toestel, zegt Dijsselbloem. "De twee bemanningsleden kwamen niet om het leven door de klap op het water. Ze kwamen niet los. Ook dat is iets wat kan en moet worden geoefend."
Nieuwe vragen
Hoewel het onderzoek wat meer inzicht geeft, roept het volgens de OVV dus ook nieuwe vragen op. "Deze vragen hebben betrekking op de opleiding en training van de bemanning, de keuze om met één vlieger per NH90-helikopter te vliegen en de keuzes die zijn gemaakt over de toerusting van het marineschip Zr.Ms. Groningen", aldus de raad.
Er wordt daarom gepleit voor nog meer onderzoek naar de mogelijk achterliggende factoren. Dit onderzoek zal de Inspectie Veiligheid Defensie uitvoeren.