Zeeuwse gemeenten: voortbestaan jeugdzorg gewaarborgd
Het verdwijnen van jeugdzorgorganisatie Intervence uit heel Zeeland leidt niet tot verslechtering van de jeugdzorg. Daar is wethouder Jack Werkman (VVD) van Sluis van overtuigd, zei hij namens alle dertien Zeeuwse gemeenten in het NOS Radio 1 Journaal.
De gemeenten maakten gisteren bekend dat ze per 1 januari het contract met Intervence hebben opgezegd. De organisatie met zo'n zestig medewerkers begeleidt honderden kinderen en jongeren die met jeugdbescherming en jeugdreclassering te maken krijgen. Andere organisaties moeten de begeleiding overnemen.
Volgens Intervence gaat om 1100 kinderen uit 700 gezinnen. De gemeenten zeggen dat het er veel minder zijn: 650 kinderen uit 450 gezinnen. Waar dat verschil in zit, is onduidelijk.
Brancheorganisatie Jeugdzorg Nederland waarschuwt in een brief dat jongeren en gezinnen tussen wal en schip dreigen te vallen, met alle gevolgen van dien. Financiële belangen zouden prevaleren boven continuïteit en kwaliteit van zorg.
'Zorgvuldig proces'
Werkman is het daar niet mee eens. Hij zegt dat er juist zorgvuldig overleg is gevoerd met Intervence en drie andere jeugdzorgorganisaties, die klaarstaan om de zorg over te nemen: het Leger des Heils, William Schrikker Gezinsvormen (WSG) en Briedis Jeugdbeschermers. "Daardoor is de zorg gewaarborgd."
Er zijn veel problemen bij Intervence, zegt Werkman. "We hebben al ontzettend veel extra geld gestoken in Intervence. De problemen zijn groot op het gebied van ziekteverzuim, bedrijfscultuur en bedrijfsvoering."
"Er is 1,4 miljoen euro nodig om de zorg van Intervence in stand te kunnen houden", zegt hij. "De andere organisaties kunnen het zonder dat extra geld."
Het aantal klachten is gedaald en er zijn geen wachtlijsten meer.
Intervence bevestigt dat de organisatie er in het verleden slecht heeft voorgestaan, zowel financieel als wat betreft de bedrijfscultuur, het personeelsverloop en het ziekteverzuim. "Maar in 2019 is er begonnen met een reorganisatie. De bedrijfscultuur is opener en platter geworden, er zijn nieuwe managers, het verloop en ziekteverzuim lopen terug, we hebben geen tekorten meer en alle neuzen staan dezelfde kant op", zegt directeur-bestuurder Sira Kamermans. "Het aantal klachten is gedaald en er zijn geen wachtlijsten meer."
Ze betreurt het dat de gemeenten vasthouden aan een beeld uit het verleden. Intervence loopt naar eigen zeggen nu alleen nog tegen problemen aan die landelijk spelen in de Jeugdzorg.
Kamermans ziet het gekozen scenario als een groot risico voor de continuïteit van de zorg en de organisatie. Het gaat om gezinnen in een onzekere periode. "Die hebben te maken met maatregelen die door de kinderrechter worden opgelegd, zoals ondertoezichtstelling of uithuisplaatsing en krijgen nu te maken met een enorme versnippering."
Kennis van de regio
Met het verdwijnen van Intervence uit Zeeland is er geen regionale organisatie meer. "Dat is een rigoureus besluit. Als regionale organisatie heb je meer direct contact, je hebt kennis van de regio en het is een groot voordeel in de samenwerking met ketenpartners."
Kamermans ziet in dat de gemeenten in zwaar weer zitten, maar vraagt zich af of de benodigde 1,4 miljoen euro, verdeeld over dertien gemeenten, opweegt tegen het lot van de kinderen. "De vraag is waarvoor je kiest."