Beetje hoop voor onderzoekers die door corona in de knel kwamen
Voor wetenschappelijk onderzoekers die door coronamaatregelen vertraging hebben opgelopen en daardoor financiële problemen krijgen, gloort een klein beetje hoop. Tenminste, voor onderzoekers in de medisch-wetenschappelijke sector.
Bij de behandeling van de begroting Volksgezondheid in de Tweede Kamer, vandaag en morgen, komt GroenLinks met een motie die 2 miljoen euro extra beschikbaar stelt om de ergste nood te lenigen. Het heeft er alle schijn van dat die motie het haalt.
Het geld zit in een potje van ZonMw, dat veel medisch-wetenschappelijk onderzoek financiert. De extra middelen bieden soelaas voor een aantal onderzoekers. Maar voor veel anderen, en voor alle onderzoekers in andere sectoren, bieden ze geen oplossing.
Scans van kunstobjecten
Wiskundige Francien Bossema is er zeker niet mee geholpen. Zij promoveert aan het Centrum Wiskunde & Informatica op onderzoek naar scantechnieken om 3D-beelden te maken van kunstobjecten. Dat doet ze in het Rijksmuseum.
"Elk kunstobject is uniek, ik zoek naar methoden om die voorwerpen zo goed mogelijk te scannen", vertelt Bossema. "Maar ik scan ook objecten op verzoek van musea, bijvoorbeeld om aan de hand van jaarringen een houten beeld te dateren."
Dit voorjaar waren de musea door corona meer dan twee maanden dicht en vorige maand nog eens twee weken. "Van de scans die ik in maart zou maken, heb ik een deel nu net gedaan. De rest moet ik nog doen. Dat loopt dus minstens een half jaar vertraging op."
Zoals Bossema zijn er velen. Neurowetenschapper Kevin van Schie van de Erasmus Universiteit kreeg een prestigieuze Rubicon-beurs om in Cambridge onderzoek te gaan doen. Maar de coronapandemie verhinderde dat. Met als gevolg dat hij zijn onderzoek niet tijdig kan afronden.
Of neem Britt Swartjes, van dezelfde universiteit. Ze begon in augustus 2019 bij Kunst & Cultuur Studies aan haar promotieonderzoek over muziekfestivals. Het hele festivalseizoen 2020 verviel. Weg onderzoeksobject. Swartjes is opnieuw begonnen. Ze doet nu onderzoek naar risicomanagement en verlies van festivalorganisaties. Creatief, maar daarmee haalt ze de opgelopen vertraging niet in.
Marieke Hopman is al gepromoveerd. Sindsdien doet ze onderzoek naar kinderrechten in het kader van een project van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). De coronamaatregelen sturen haar veldonderzoek in de war. Bovendien is de kinderopvang van haar zoontje eerst dicht geweest en daarna ook nog door een corona-uitbraak getroffen.
"Dat leverde extra vertraging en stress op", zegt Hopman, "maar ook nadeel vergeleken met collega's zonder zorgtaken. Ik kom behoorlijk in de knel. NWO geeft wel uitstel van de deadline, maar geen extra financiering om een paar maanden langer aan het project te kunnen werken. Daardoor bestaat het probleem nog steeds."
Promoties op de tocht
Door de vertraging bij veel promotieonderzoeken is onzeker of promovendi wel de eindstreep halen. "Als je niet de normale hoeveelheid onderzoek kunt doen en daardoor misschien minder wetenschappelijke artikelen kunt publiceren dan nodig is, dan kan je promotie op de tocht komen te staan", zegt Bossema.
Een mislukte promotie of een magere met net genoeg acceptabele artikelen zijn ook geen aanbeveling voor iemands verdere wetenschappelijke carrière. "De hoeveelheid artikelen die je gepubliceerd hebt en de kwaliteit ervan blijft je hele loopbaan erg belangrijk."
Brandbrief
Half juli stuurde de Jonge Akademie van Wetenschappen samen met het Promovendi Netwerk Nederland en PostdocNL een brandbrief aan minister Van Engelshoven van Wetenschap. Daarin vroegen ze haar om 350 miljoen euro.
Dat geld is volgens de organisaties nodig om de tijdelijke contracten van promovendi en postdoctoraal-onderzoekers met maximaal zes maanden te verlengen zodat ze hun vertraagde onderzoeken kunnen voltooien. "Talent- en geldverspilling kan zo voorkomen worden", zo staat in de brandbrief.
De minister reageerde in een Kamerbrief van 6 oktober. Ze legde de verantwoordelijkheid voor het oplossen van de problemen in eerste instantie bij de werkgevers van de onderzoekers.
Wel gaf ze NWO opdracht om 20 miljoen euro ter beschikking te stellen om tijdelijke contracten zo nodig te verlengen. Dat is alleen geen extra geld, maar gaat ten koste van het NWO-budget. Volgend jaar is er dan dus minder geld beschikbaar voor nieuw onderzoek.
Meer geld
Voor Bossema is het simpel. Er moet veel meer geld beschikbaar komen om de tijdelijke contracten te verlengen van onderzoekers die in de knel komen door de coronamaatregelen. "En ook om een eind te maken aan de onzekerheid waarmee veel mensen nu kampen of ze hun onderzoek wel zullen kunnen afronden."