Ook premier Rutte kritisch over informatievoorziening binnen Financiën
Pas in juni 2019 werd premier Rutte duidelijk hoe hevig de kinderopvangtoeslagaffaire uitpakte en wat de gevolgen waren van het "niet-proportioneel terugvorderen". "Vanaf toen werd het een heel groot onderwerp, dat ook niet meer van mijn radar is verdwenen", zei hij voor de parlementaire ondervragingscommissie.
Sinds dat moment heeft Rutte daar ook geregeld contact over gehad met staatssecretaris Snel, die uiteindelijk in december 2019 opstapte. Volgens Rutte verzuchtte Snel in de gesprekken met hem wel eens dat het zo moeilijk was om op het ministerie van Financiën bepaalde stukken boven water te krijgen en hoe groot de druk uit de Tweede Kamer was.
Rutte noemde het ernstig dat de informatievoorziening binnen Financiën niet goed loopt. Dat dat niet naar wens functioneerde, wist hij al langer en hij heeft er bij achtereenvolgende bewindslieden op aangedrongen dat te verbeteren. Volgens hem hebben die dat ook geprobeerd. Dat het bij de kinderopvangaffaire niet gelukt is om signalen dat het niet goed ging eerder boven water te krijgen heeft volgens hem geleid "tot het verschrikkelijke feit waardoor we hier nu zitten".
De premier is het met minister Hoekstra eens dat de kinderopvangaffaire misschien nooit aan het licht was gekomen als Kamerleden als Omtzigt en Leijten er niet zo hard op hadden "zitten duwen". Aan het eind van zijn verhoor herhaalde de premier de excuses die hij eerder ook al aan de betrokken ouders had gemaakt.
Bal in het ravijn
De ontwikkelingen in deze affaire vergeleek Rutte met een bal die is gaan rollen tot in het ravijn. Rutte zei dat "goedwillende Nederlanders tussen de wielen van de overheid terecht zijn gekomen en zich op geen enkele manier gesteund wisten in deze afgrijselijke kwestie en de overheid tegen zich zagen."
De commissie vroeg Rutte of hij Snel niet eerder had moeten aansporen om in actie te komen. Rutte antwoordde daarop dat hem voor juni niet duidelijk was hoe ernstig de situatie was. "Als het bij zo'n groot departement als Financiën al niet zichtbaar is, dan is het bijna onmogelijk buiten zo'n departement. Maar natuurlijk zou ik hopen dat ik op signalen had gereageerd."
Papieren stukken
Tijdens het verhoor van Rutte ging het lang over het al dan niet schriftelijk vastleggen van gesprekken en het al dan niet naar buiten brengen van documenten. De commissie had stukken opgevraagd over de kinderopvang en over fraudebestrijding en is er verbaasd over dat bij het ministerie van Rutte maar zo weinig op papier staat. De premier verklaarde dat doordat Algemene Zaken maar een klein departement is. "We hebben niet de tijd om alles op papier te zetten en er gebeurt veel mondeling."
Rutte vindt het geen probleem dat er zo maar weinig schriftelijk wordt gerapporteerd. En volgens hem hoeven stukken over gesprekken tussen ambtenaren onderling en tussen ambtenaren en bewindslieden vóór er een besluit is genomen niet naar buiten te komen. "Je moet ideeën kunnen uitwisselen en je moet in veiligheid kunnen discussiëren." In ambtelijk Den Haag staat dat bekend als de Rutte-doctrine.
Een kritisch memo van ambtenaar Palmen over de kinderopvangtoeslag moet volgens Rutte wel openbaar kunnen worden, omdat het daar om een signaal van een soort klokkenluider ging. Palmen schreef in haar memo dat de Belastingdienst laakbaar handelde, maar met haar memo werd niets gedaan. De premier had liever gezien dat dit memo terecht was gekomen bij de politieke top.
Bestrijding van fraude
De commissie vroeg Rutte ook of er niet te veel nadruk heeft gelegen op bestrijding van fraude, en of daardoor goedwillende burgers niet in de knel zijn gekomen. Het tweede kabinet-Rutte stelde in 2013 een ministeriële commissie in om de fraude aan te pakken en die commissie bleef tot 2015.
Rutte antwoorde daarop dat hij voldoende oog had voor de schaduwkanten van die aanpak en dat hij de balans voldoende in de gaten heeft gehouden. "Maar dat neemt niet weg dat u gelijk kunt hebben dat mensen in de uitvoering het gevoel gehad kunnen hebben dat ze verder moesten gaan dan ze normaal gesproken misschien zouden doen."
Dit was de laatste dag van de verhoren van de ondervragingscommissie. Vorige week werden ambtenaren gehoord en deze week politici. De commissie komt over drie weken met een 'verslag van bevindingen', een onderzoek naar de feiten. De commissie trekt geen conclusies, en doet ook geen aanbevelingen.