Jongeren over het vuurwerkverbod: 'Het enige leuke wordt nu afgepakt'
Onrust in Roosendaal, in de Arnhemse wijk Geitenkamp en op Urk. Jongeren hebben op verschillende plekken overlast veroorzaakt door vuurwerk af te steken en brand te stichten.
Wat is hier aan de hand? Het vuurwerkverbod wordt genoemd als directe aanleiding voor de ongeregeldheden, maar wat precies de oorzaak is van de onrust onder jongeren op sommige plekken in het land is nog onduidelijk.
Duidelijk is dat jongeren het moeilijk hebben door de coronamaatregelen. Ook tijdens de eerste coronagolf en in de zomer was er sprake van verveling en frustratie onder jongeren. Gooit het vuurwerkverbod nu weer olie op het vuur? We vragen het aan jongeren zelf.
Job van Nuenen: servicemonteur uit Breda, 22 jaar
"Rellen zoals in Arnhem zijn hier niet, maar ik verwacht wel dat het ook naar Breda komt. Je merkt dat jongeren rebelser worden. 'Het is gescheten, dit mag wel stoppen', dat soort geluiden hoor je. Ze pakken het vuurwerkverbod nu aan om een statement te maken. Je vrijheid wordt afgenomen door corona en ik begrijp wel dat ze denken: het enige leuke rond Oud en Nieuw wordt nu ook al afgepakt."
"Ik ben zelf ook dol op knallen met mijn vrienden tijdens de jaarwisseling. Daarom gaan wij nu carbidschieten, dat mag wel. We zijn met een groep van 15 of 16 man. Normaal gesproken zien we elkaar ieder weekend, nu hebben we contact via social media. Al sinds de eerste golf loop ik echt tegen de muren op. Ik ben namelijk een sociaal dier: iemand die altijd vooraan staat bij een feestje. Ik mis de gezelligheid."
"Dat geldt natuurlijk niet alleen voor jongeren, maar ouderen begrijpen ons wel. 'Ons mam' zegt ook: het is voor iedereen een lullige tijd, maar voor jongeren toch net iets meer, dan voor ouderen."
Bart Stenekes: voorzitter jongerenraad Zwolle, 21 jaar
"Ik zie om mij heen nergens vuurwerk afgestoken worden. Dus ja, het gaat op een paar plekken in Nederland niet goed omdat kleine groepjes jongeren daar vuurwerk afsteken. Maar het gaat daarentegen ook op veel plekken wél goed. Veel jongeren hebben het gevoel dat er dingen worden afgepakt in deze coronaperiode. Dat geeft een gevoel van onmacht. Het vuurwerkverbod komt daar dan bovenop. Dan denken sommige jongeren: 'ik heb er schijt aan'. Ik snap die gedachte wel, maar keur het gedrag uiteraard wel af."
"Zelf vind ik het momenteel ook maar een saaie boel, al heb ik door het opzetten van een jongerenplatform genoeg te doen. Ik ben vandaag jarig en dat ga ik niet vieren zoals andere jaren. Het wordt proosten met twee van mijn beste vrienden, dat mag nog net. Wat ik mis is het uitgaan, het sociale contact. En dat hoor ik ook bij andere jongeren om me heen."
"Een leuke date, uit eten gaan, sporten: het kan allemaal niet. En dat zijn best belangrijke dingen, zeker als je jong bent. Want jongeren hebben ruimte nodig om te experimenteren. Die ruimte is er nu een stuk minder. Hierdoor worden we geraakt in onze ontwikkeling, waardoor de gevolgen van de coronamaatregelen uiteindelijk voor jongeren toch groter zijn, dan voor andere groepen."
O.D., 17 jaar
"Wéér iets dat wordt afgenomen door de coronacrisis. Dat voel ik echt zo, als het gaat om het vuurwerkverbod. Ik begrijp wel dat het niet handig is, omdat mensen in het ziekenhuis kunnen belanden. En ik kan ook nog wel iets leukers verzinnen dan vuurwerk afsteken bij de jaarwisseling, maar toch. Ik ben deze coronaperiode echt zat."
"In het begin viel het wel mee. Toen ging ik lekker gamen, leren pianospelen en een beetje thuis sporten. Nu heb ik geen doel om naar toe te werken. Ik heb net een toetsweek gehad en ik merk dat ik daarna in een gat val. Ik heb depressieve gevoelens, maar ik kom mijn bed nog wel uit. Ik denk alleen: waar doe ik het voor?"
"Op school gaat alleen het leren door, niet de leuke dingen zoals het kerstdiner en de Berlijnreis. Ik heb er wel begrip voor, ook omdat veel ouderen onderuit gaan en ziek worden. Maar de regels zijn krom: ik kan niet naar hockey, maar we zitten wel met 16 in een schoolklas. Dat vind ik lastig te begrijpen."
"Wat me echt somber maakt, is dat er geen vooruitzicht is. We weten nog zo weinig. En ik weet niet wanneer dit afloopt."
(O. D. wil niet met volledige naam genoemd worden. Die is wel bekend bij de redactie)