Rutte: alle leraren moeten alle spotprenten kunnen laten zien
Premier Rutte nam in zijn wekelijkse persconferentie ruim het woord om te reageren op de ondergedoken leraren van scholen in Rotterdam en Den Bosch. Zij worden bedreigd omdat zij in hun lessen spotprenten lieten zien over moslimextremisme en de profeet Mohammed.
"Ik wil op deze plek benadrukken hoe wezenlijk het voor ons allemaal is om de vrijheid van meningsuiting te kunnen bespreken in onze klaslokalen", zei Rutte. "We kunnen niet zonder die vrijheid. Dan stokt onze creativiteit en vooruitgang. Niemand heeft het recht om niet beledigd te worden."
Hij vindt dat alle leraren de vrijheid moeten hebben hun les te geven zoals zij willen, en dus ook spotprenten moeten kunnen laten zien in de lessen maatschappijleer. Dat leraren hierom worden bedreigd vindt hij "absurd" en iets dat het land niet mag tolereren.
Rutte zou zelf niet zo snel een spotprent gebruiken, maar verdedigt dit recht wel:
Volgens Rutte is er een kleine groep binnen de islam die "het geloof misbruikt als instrument om te intimideren". Daar is een voedingsbodem voor omdat er kennelijk te weinig is benadrukt hoe essentieel de westerse waarden en grondrechten zijn, zei hij.
Rutte vindt het een breed probleem. "Er wordt verdeeldheid gezaaid tussen ons Nederlanders over die cartoons", zegt Rutte. "Maar misschien zit er toch iets positiefs in wat de twee leraren is overkomen. Want we hebben er nu wel uitgebreide gesprekken over."
Rutte legde ook een verband met de moslim-extremistische aanslagen in Frankrijk en Oostenrijk:
De premier zoekt de oorzaak van extremistische islamitische opvattingen in de samenleving ook in een falend integratiebeleid. "Wellicht zijn we in het verleden met zijn allen te naïef geweest. Dat we niet duidelijk hebben gemaakt dat die waarden als vrijheid van meningsuiting, vrijheid van godsdienst, gelijkheid tussen man en vrouw on-onderhandelbaar zijn."
Hij vindt dat er geen betere plek is dan het onderwijs om de kernwaarden van de Nederlandse rechtsstaat over te brengen op jongeren. En dat er met meer trots moet worden gesproken over deze "westerse waarden". Leraren en leraressen spelen hierin een essentiële rol, zegt hij. "Die mogen zich dus nooit beperkt voelen."