Amerikaanse rivierkreeft veroorzaakt overlast in Nederland door te laat ingrijpen
"Als er eerder was ingegrepen, dan was de overlast van de Amerikaanse rivierkreeft een stuk minder geweest". Dat constateert Ivo Roessink van de Wageningen Universiteit. Samen met collega Fabrice Ottburg doet hij al jaren onderzoek naar uitheemse rivierkreeften, waarvan één soort aan een grote opmars bezig is. Het gaat om de rode Amerikaanse rivierkreeft.
Het dier is vooral veel te zien in Utrecht, Noord-Holland en Zuid-Holland. Volgens de onderzoekers lopen er in Nederland inmiddels miljarden van rond. Ze bedreigen de waterflora en -fauna.
Sinds 2016 staat de Amerikaanse rivierkreeft op de lijst van invasieve exoten. Dat betekent dat EU-lidstaten verplicht zijn maatregelen te nemen om te voorkomen dat er te veel dieren bij komen.
De overlast die wordt veroorzaakt door de kreeften was vorige maand voor bijna alle gemeenten in het land reden voor een oproep tot actie. Ze willen dat het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) met een plan van aanpak komt om de dieren te bestrijden of te verdrijven, schreef NH Nieuws toen.
Het is namelijk niet alleen een probleem van het platteland, maar de kreeft duikt ook op in steden en dorpen.
Eigenlijk is het al vrij laat voor actie, zegt Roessink. "Oorspronkelijk ging het om een klein aantal beesten. Die hadden toen nog geen natuurlijke vijanden, waardoor hun hoeveelheid explosief kon toenemen. Maar wie tien jaar geleden had geroepen dat het een probleem zou worden, werd niet gehoord. Nu is er wel aandacht voor, maar er is al heel veel schade aangericht."
Delicatesse
De Amerikaanse rivierkreeft is echter niet alleen een plaag, maar in veel landen ook een delicatesse. De meest voor de hand liggende oplossing voor de grote verspreiding van de rivierkreeft lijkt dan ook om sloten en plassen leeg te vissen en het dier op te eten.
Volgens een woordvoerder van het ministerie van LNV zijn er zo'n 175 beroepsvissers die op Amerikaanse rivierkreeften mogen vissen. "Waterschappen en gemeenten kunnen hen inhuren om met beroepsvistuigen op de kreeften te vissen."
Dat er niet massaal op de kreeften gevist wordt, komt onder meer doordat beroepsvissers vragen hebben over het materiaal dat ze hiervoor mogen gebruiken en aan welke regels ze zich moeten houden.
Volgens de woordvoerder van het ministerie staat in de Visserijwet precies wat mag en niet mag. Met fuiken en kreeftenkorven kan gericht op rivierkreeft worden gevist. Aalvistuigen zoals de fuik, mogen een deel van jaar niet ingezet worden. Met kreeftenkorven mag het hele jaar door worden gevist, zegt de woordvoerder.
De visserij is een commerciële activiteit van de visser zelf. Die vangt niet alle kreeften weg tot een niveau waarop hij volgend jaar niet meer kan vissen, want het is zijn broodwinning.
Ivo Roessink van Wageningen Universiteit heeft er weinig vertrouwen in dat vissers de overlast van de rivierkreeft kunnen oplossen. "De visserij is een commerciële activiteit van de visser zelf. Die vangt niet alle kreeften weg tot een niveau waarop hij volgend jaar niet meer kan vissen, want het is zijn broodwinning. Moet er toch verder doorgevist worden, dan zal een andere partij, zoals een waterschap, dit wellicht moeten ondersteunen zodat er een win-winsituatie ontstaat."
Volgens de woordvoerder van het ministerie wordt er continu nagedacht over hoe de groei van de kreeften verder kan worden ingedamd. "We zijn ook in gesprek met de waterschappen en hulp van de VNG is ook meer dan welkom."