Herinneringscentum Kamp Westerbork kan onderzoeksvragen nauwelijks aan
Herinneringscentrum Kamp Westerbork krijgt steeds meer persoonlijke onderzoeksvragen. Zoveel dat onderzoekers dit jaar aan de bel trekken. Ze kunnen de vraag amper aan.
"Het gaat om een verdubbeling van het aantal vergeleken met de tijd voor corona", zegt onderzoeker José Martin van het Herinneringscentrum tegen RTV Drenthe.
Martin ontvangt met haar collega's zo'n twintig persoonlijke onderzoeksvragen per week, met soms vragen over honderden mensen. "We hebben nu een achterstand, meer dan me lief is. Je wilt gewoon nauwkeurig je werk doen en snel zit er dan niet altijd in."
Derde generatie
Over de oorlog werd binnen families vaak niet of nauwelijks gesproken en daardoor blijven vragen na het overlijden van een familielid vaak onbeantwoord.
Het is vooral de derde generatie van Holocaustslachtoffers die er na jaren achter komt dat er een gat in de familiegeschiedenis zit en aanklopt bij het Herinneringscentrum.
"Ze weten vaak wel dat iemand de oorlog niet overleefd heeft, maar het hoe en wat, daar gaat het om. Wanneer waren mensen in Westerbork, in welke barak zaten ze. Alle details die een mens meer maakt dan een naam, daar gaat het om", zegt Martin.
NIOD
Dat mensen om hulp vragen bij instanties is niet vreemd. In Nederland zijn 450 verschillende instellingen met een Tweede Wereldoorlog gerelateerde collectie. Het is daardoor vaak moeilijk om te weten waar welke informatie is te vinden.
Het Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies (NIOD), zegt dit jaar ook de toegenomen vraag te merken. Werden er vorig jaar per dag gemiddeld 21 verzoeken om informatie afgehandeld, dit jaar zijn dat er in de periode maart-augustus ongeveer 30 per dag.