Tien jaar cel voor 13-jarige Nigeriaan wegens godslastering
In Nigeria is een 13-jarige jongen veroordeeld tot tien jaar celstraf, omdat hij tijdens een ruzie met een vriendje Allah zou hebben beledigd. De tiener, Omar Farouq, zit nu in de cel, waar hij geen bezoek mag ontvangen, aldus zijn advocaat.
De jongen werd vorige maand veroordeeld, op dezelfde dag en door dezelfde shariarechtbank als de 22-jarige zanger Yahaya Sharif Aminu. Die werd veroordeeld tot de galg, omdat hij met zijn muziek Allah zou hebben beledigd. De zaak van de zanger kreeg veel publiciteit en mensenrechtenorganisaties zoals Amnesty International voeren actie voor zijn vrijlating.
De advocaat van de zanger kwam bij toeval achter de zaak van Omar Farouq en ging ook voor hem aan de slag. "We ontdekten dat niemand het over Omar had, dus moesten we snel handelen om voor hem in beroep te gaan", zei hij tegen CNN. "Godslastering wordt niet erkend door de Nigeriaanse wet. Dit is in strijd met de grondwet van Nigeria."
Straf terugdraaien
Kinderrechtenorganisatie Unicef maakt zich zorgen over de jongen. "De veroordeling van dit kind tot tien jaar gevangenisstraf is verkeerd", zegt een woordvoerder. Volgens hem moet de jongen ook fysieke arbeid verrichten in de gevangenis. "Het ontkent alle fundamentele onderliggende principes van kinderrechten die Nigeria heeft ondertekend."
Unicef heeft de lokale overheden en de Nigeriaanse regering opgeroepen om de zaak te herzien en de straf terug te draaien.
Represailles
Omar Farouqs moeder is naar een naburige stad gevlucht, vertelt zijn advocaat, nadat na de arrestatie van haar zoon een menigte mensen haar huis had aangevallen. "Iedereen is bang hier om te praten en leeft in angst voor represailles."
In twaalf noordelijke staten van Nigeria geldt het sharia-rechtssysteem, maar alleen moslims kunnen door deze rechtbanken worden berecht. De uitspraak kan worden aangevochten bij seculiere rechtbanken en het Nigeriaanse hooggerechtshof.
De afgelopen jaren zijn meerdere mensen door shariarechtbanken ter dood veroordeeld, voornamelijk wegens blasfemie. De opgelegde vonnissen zijn in de meeste gevallen niet uitgevoerd, omdat seculiere rechtbanken ze terugdraaiden. Ook moet de gouverneur van de betreffende provincie het vonnis ondertekenen, voordat het mag worden voltrokken.