Sinds de herstart van het wielerseizoen 2020 gaat het vooral over de veiligheid. Ook de renners lieten zich al meer dan eens horen over gevaarlijke omstandigheden. Steven Verstockt, veiligheidsexpert van de Universiteit van Gent, heeft een model ontwikkeld dat objectief kijkt naar de veiligheid van een parcours.
De afschuwelijke valpartij van Fabio Jakobsen in de Ronde van Polen staat iedere wielerliefhebber nog vers in het geheugen. De Nederlander vloog in volle vaart door de hekken en knalde snoeihard tegen de finishboog. Zijn Deceuninck-QuickStep-ploeggenoot Remco Evenepoel belandde ruim een week later ook in het ziekenhuis. De Belg vloog in de Ronde van Lombardije over een muurtje een zes meter diep ravijn in.
QuickStep-manager Patrick Lefevere zei in gesprek met Herman van der Zandt dat de sponsor van zijn ploeg bereid is een bijdrage te leveren aan de veiligheid van de koers. "Als een van je trouwe sponsors dat zegt, moet je als ploegleider reageren. Dat heb ik dus ook gedaan. Hopelijk kunnen we daar snel een vervolg aan geven en de veiligheid sterk verbeteren."
Naar aanleiding van deze incidenten heeft veiligheidsexpert Verstockt besloten een model te ontwikkelen. De Belg pakte het routeboek van de Tour de France erbij en analyseerde de etappes. Hoe veilig of onveilig zijn die eigenlijk?
Verstockt: "Het model let bijvoorbeeld op de aanwezigheid van rotondes, het type wegdek en of er dalende lijnen aanwezig zijn in de laatste kilometers die de snelheid van de renners kunnen beïnvloeden." Dat laatste was het geval bij de finish in de Ronde van Polen, waar het misging voor Jakobsen. Daar bereikten de renners snelheden van tegen de tachtig kilometer per uur.
Vooral de laatste drie kilometer van de Touretappes is onder de loep genomen. Daaruit kwam naar voren dat in deze editie van de Tour de France etappe 5 en etappe 10 de gevaarlijkste zijn. Verstockt: "Volgens het model zou de route naar de finish anders gepland kunnen worden om het veiliger te maken voor de renners."
Verstockt ziet vooral in de laatste kilometer van de vijfde etappe een aantal risicovolle zaken. "Minder dan een kilometer voor de finish is er nog een rotonde, waarbij de renners rechtsaf moeten slaan. Daar vormt zich een soort van trechter. Daarna volgen nog een aantal slingerbochten, verkeersdrempels en nóg een rotonde. Ik vraag me af waarom voor deze finish gekozen is."
De tiende etappe is volgens Verstockt iets minder gevaarlijk, maar ook daar kunnen wel degelijk problemen ontstaan. "Het model laat een viertal gevaarlijke punten in de laatste kilometer zien. Het peloton wordt door een dorpskern gestuurd, waar vaak veranderingen in het type wegdek zijn."
De Belgische veiligheidsexpert geeft aan dat met dit model van tevoren gewaarschuwd kan worden voor gevaarlijke parcoursen, maar dat er ook andere belangen meespelen. "Ook de organisatoren en de finishplaatsen hebben hun belangen in de keuze waar de finishlijn komt", legt Verstockt uit. "Er moeten ook voorzieningen zijn om de teams te ontvangen."
"Het huidige model is nog geen finalemodel. In de toekomst willen we naar een model waar iedereen zich in kan vinden." Verstockt is al in overleg met de internationale wielerunie UCI en meldt dat er ook de komende weken nog een gesprek gepland staat om te praten over zijn veiligheidsmodel.
De afdaling van de Col de Turini in de tweede etappe van de Tour werd vooraf bestempeld als gevaarlijk. Verslaggever Tom Lagerberg ging kijken: