Gevolgen van grootste olieramp moeilijk meetbaar
Door buitenlandredacteur Achille Prick
Precies een jaar geleden verloren elf mensen het leven bij een ontploffing op het olieboorplatform Deepwater Horizon in de Golf van Mexico. Maar dat was niet het nieuws. Het nieuws was het lek dat was ontstaan na de ontploffing. De Amerikaanse president Obama vermoedde al snel de grootste olieramp ooit, en hij kreeg gelijk. Pas na drie maanden kon het lek gedicht worden. Op dat moment was al zo'n 800 miljoen liter ruwe olie de Golf van Mexico in gestroomd.
Een eensluidend antwoord op de vraag hoe schadelijk de gevolgen zijn voor het milieu is er niet. Het Amerikaanse persbureau AP vroeg aan meer dan dertig onderzoekers om de kwaliteit van het leven in de Golf van Mexico te beoordelen. Op een meetlat van 100 punten gaven ze de Golf 68 punten. Dat verschilt niet veel met de 71 punten die de Golf kreeg vóór het olielek.
Vissterfte
Al zijn er zeker ook wetenschappers die meer zorgen hebben. Bijvoorbeeld over de dolfijn-, oester- en zeeschildpaddenpopulaties. Volgens cijfers van de National Oceanic and Atmospheric Administration (NOAA) spoelden sinds januari al 155 dode dolfijnen en kleine walwissen aan.
Dat zijn er vier keer meer dan normaal. Van de bedreigde zeeschildpadden spoelden er 141 aan, ook dat zijn er meer dan normaal. Sommigen wijzen naar de olie, maar een verband is nog niet aangetoond. Wel werd bij een aantal dieren olie gevonden. Desondanks heeft het NOAA sinds gisteren alle wateren in de Golf weer geschikt verklaard voor de visserij en recreatie.
Anderen zijn er minder gerust op, zoals Greenpeace. Volgens de milieuorganisatie proberen olieconcern BP en de Amerikaanse overheid de werkelijke impact van de olieramp verborgen te houden. Greenpeace heeft op Polluterwatch tienduizenden pagina's gepubliceerd met onder meer de communicatie tussen BP en de Amerikaanse overheid.
Daaruit zou onder meer blijken dat ambtenaren de schade onderschatten. Een kwart van de olie is opgeruimd. De rest is verspreid of gezonken en verdampt. Onduidelijk is nog wat het effect is van de dikke laag smurrie die nu op de zeebodem ligt.
Inspectie
De ramp bracht ook aan het licht dat inspectiedienst MMS nogal makkelijk was met het verstrekken van vergunningen. De contacten met olieconcerns bleken erg hecht. De toezichthouder werd opgeheven en heet nu Bureau of Ocean Energy Management, Regulation and Enforcement (BOEMRE). Regels zijn aangescherpt en veiligheidseisen opgeschroefd. Voor de Amerikaanse regering voldoende om olieboringen in de Golf van Mexico weer toe te staan.
Visserij en toerisme krabbelen inmiddels ook weer op. Omdat er een lange tijd niet gevist kon worden, zijn veel vispopulaties flink aangegroeid. In februari was de garnalenvangst bijna tien procent hoger.
Olieconcern BP lijkt wel traag met het betalen van schadevergoedingen. Er is een compensatiefonds van 20 miljard dollar, maar daarvan is pas een kleine vier miljard uitgekeerd. Van de 857.000 ingediende aanvragen voor schadevergoeding zijn er tot nu toe 300.000 toegewezen.
Voor olieconcern BP zelf werd na de ramp een faillissement voorspeld, maar dat is niet uitgekomen. Dankzij de hoge olieprijs is het concern zelfs weer goed bij kas.