Fuglsang zegeviert in Lombardije; Evenepoel breekt bekken bij zware val
Jakob Fuglsang heeft de 114de editie van de Ronde van Lombardije gewonnen. De Deen van Astana ging solo over de finish in Como in een koers die werd opgeschrikt door een zware val van Remco Evenepoel. In het ziekenhuis werd een breuk in zijn bekken vastgesteld.
Fuglsang schudde op de Civiglio het Trek-trio Bauke Mollema, Vincenzo Nibali en Giulio Ciccone van zich af. En op de Battaglia liet hij zijn ploeggenoot Aleksandr Vlasov en de Nieuw-Zeelander Bennett achter zich.
De zes hadden zich op de ijzingwekkend steile Muro di Sormano afgescheiden van de rest, samen met Evenepoel.
Zware val Evenepoel
Maar in de afdaling (27 procent op zijn steilst) verremde de jonge Belg zich en hij vloog over een muurtje een zes meter diep ravijn in.
De coureur van Deceuninck-QuickStep werd door reddingswerkers uit het ravijn gehaald en per ambulance afgevoerd. Onderzoek in het ziekenhuis wees uit dat hij een breuk in zijn bekken en gekneusde longen heeft opgelopen.
Evenepoel reed dit jaar vier meerdaagse koersen en won ze allemaal. Vorig week kwam zijn ploeggenoot Fabio Jakobsen hard ten val in de Ronde van Polen. Hij zou dit seizoen nog onder meer de Giro d'Italia en de WK rijden.
Mollema vierde, Van der Poel tiende
Mollema, die vorig jaar de koers van de vallende bladeren won na een solo, moest in deze editie achter Bennett en Vlasov genoegen nemen met plaats vier.
De Duitse kampioen Maximilian Schachmann werd zevende, maar dat ging ook niet zonder slag of stoot. In zijn laatste kilometers werd hij pardoes van zijn fiets gereden door auto. Later werd duidelijk dat Schachmann daarbij zijn sleutelbeen heeft gebroken.
De 231 kilometer lange koers, doorgaans de afsluiter van het klassieke seizoen maar vanwege de coronacrisis nu een week na de lenteklassieker Milaan-Sanremo op het programma, kwam al vroeg op gang.
Al vanaf de start in Bergamo werd er aangevallen, maar pas echt interessant werd het toen alle vroege vluchters waren ingerekend. In min of meer gesloten formatie kwam het peloton aan op de ruim 10 kilometer lange Madonna del Ghisallo.
Veel veranderde er niet, tot aan de Sormano met nog 50 kilometer te gaan. Mathieu van de Poel kon niet volgen in de beklimming en ondanks een gewaagde afdaling kwam hij niet dichter bij de groep met Mollema en tweevoudig winnaar Nibali. Van der Poel eindigde nog wel als tiende.