Gesink weet dat Tourzege eindelijk reëel is voor Jumbo-Visma: 'Kom maar op'
Lang gold hij als de gedoodverfde opvolger van Joop Zoetemelk. Maar in de loop der jaren werden de verwachtingen een last en een reeks aan pechmomenten en ongelukken smoorde de klassementsambities.
Nu, in de herfst van zijn loopbaan, is de jongensdroom van Robert Gesink bijna tastbaar: de Tour de France winnen.
Ook al is het als helper van zijn drie kopmannen, het zou de kroon op zijn carrière zijn. "Echt meedoen om de overwinning in de Tour, dat is fantastisch om mee te maken."
Wennen aan knechten
Het begint bijna gewoon te worden: Gesink die zwoegt en sleurt aan kop in de eerste kilometers van de klim, terwijl ze achter hem een voor een moeten lossen.
Zo deed hij het in de Tour van 2018, toen Roglic zijn eerste etappe won. Zo deed hij het de afgelopen week in de Ronde van de Ain. En zo deed hij het woensdag in de eerste etappe van de Dauphiné.
"Ik ben altijd een goede teamplayer geweest en vind het ook leuk om met iemand anders samen te werken en hem naar de overwinning te brengen", vertelt Gesink. "Daar heb ik aan moeten wennen. Maar om dat te doen voor mannen die het ook echt af kunnen maken, dat is heel speciaal."
In het kleine, maar opvallend sterk bezette rondje in de Ain domineerde de Nederlandse formatie gelijk Team Sky in zijn beste jaren. En dat was nog zonder Wout van Aert, die na de Strade Bianche en Milaan-Sanremo woensdag ook nog even de openingsrit in de Dauphiné op zijn palmares zette.
"Kom maar op", zegt Gesink dan ook. "Laten we maar snel in Nice starten. Ik denk dat de mannen er klaar voor zijn."
Generale repetitie
In 2011 stond Gesink voor het laatst aan de start van het Critérium du Dauphiné, de koers waarin hij in zijn beginjaren twee keer vierde werd. Nu is hij er weer, om de puntjes op de i te zetten alvorens op 29 augustus de Tour de France begint.
Dat het wel goed zit, bleek in de openingsrit. Gesink toonde zijn spierballen, Roglic en Dumoulin reden gaten dicht, Kruijswijk hield het tempo hoog en ook Sepp Kuss deed een duit in het zakje.
"En Tony Martin is natuurlijk de sterkste man van de wereld, die kan in zijn eentje alles dichtrijden", vult Gesink lachend aan. "Qua helpers zit het wel goed. Als Wout zulke benen heeft, moet je er vol voor gaan. Dan wordt het voor hem ook makkelijker om zichzelf weg te cijferen."
In de Dauphiné treft Jumbo-Visma dezelfde concurrenten als straks in de Tour de France het geval zal zijn. Bernal, Thomas, Froome, Urán, Higuita, Quintana, López, Pogacar, Buchmann, Valverde, Alaphilippe, Pinot en Bardet, ze zijn er allemaal.
"We hebben drie mannen die kunnen winnen", zegt Gesink vol overtuiging. "En het mooie is dat die mannen elkaar ook nog sterker maken. Op de fiets, maar ook in de bus. Ik denk dat dat ook de sleutel tot succes is."
Die mannen maken elkaar sterker. Als ze elkaar de tent uit gaan vechten, dan hebben we een probleem.
Hardop uitspreken doet hij het liever niet. Maar het lijkt erop dat Gesink dit jaar in de beste ploeg van de wereld terecht is gekomen. En dat terwijl de Varssevelder in zijn dertienjarige profloopbaan nog nooit verkast is. "Euhm, ja. We zijn aardig bezig."
Wie wordt de kopman?
De komende dagen zal duidelijk worden wie als kopman van Jumbo-Visma aan de Tour begint en wie de schaduwkopmannen zijn.
Tot nu toe is Roglic de primus inter pares. Dumoulin maakte zijn eerste wedstrijdmeters als luxeknecht en krijgt de ruimte om zijn vorm aan te scherpen. En Kruijswijk lijkt te gedijen in een vrije rol, al kon hij zijn Sloveense teamgenoot nog niet echt het vuur aan de schenen leggen.
Dat lijken ook de verhoudingen te worden als de Tour over zestien dagen van start gaat. "Die drie mannen moeten elkaar beter maken", weet Gesink. "Als ze elkaar de tent uit gaan vechten, dan hebben we een probleem."
Aan Gesink de taak om die verhoudingen te bewaken. "Ja, misschien een klein beetje. Maar het is ook gewoon de koers controleren, samen met Tony (Martin, red.) en ervoor zorgen dat die mannen in de beste positie aan de klim kunnen beginnen."
"Maar die rol aan tafel is er ook", beseft Gesink. "Een goede sfeer, daar is iedereen bij gebaat. En daar werken we hard aan."
Smiley op het mondkapje
Als er een ploeg is waarvoor de Tour niet snel genoeg kan beginnen, dan is het Jumbo-Visma wel. Want hoe fel de zon momenteel ook schijnt voor de formatie, het coronavirus hangt nog altijd als een donkere wolk boven de koers.
Niemand wil door een toevallige aanraking deze kans op glorie missen. Aan het schrappen van de Tour wil helemaal niemand denken. En dus staat Gesink de media in de speciaal ingerichte mixed zone - in de buitenlucht - met mondkapje te woord.
"Het is de enige manier waarop de koers door kan gaan", weet Gesink. "Het blijft raar dat je niet een glimlach kan delen. Maar als dit de manier is waarop het moet, dan moet het op deze manier. Ik zal er wel een smiley op tekenen."
Bekijk hieronder het volledige interview met Robert Gesink voorafgaand aan de start van het Critérium du Dauphiné.