Betere methode Radboudumc om longkanker vroegtijdig op te sporen
Een nieuwe methode om longkanker vast te stellen vergroot de kans om dat in een vroeg stadium te doen. Deze in het Radboudumc ontwikkelde vorm van diagnostiek biedt patiënten betere vooruitzichten bij hun behandeling. Tegelijk kan de methode voorkomen dat mensen bij een vermoeden dat ze longkanker hebben onnodig zware behandelingen moeten ondergaan.
Vooral patiënten bij wie min of meer toevallig verdacht weefsel wordt aangetroffen, bijvoorbeeld bij het maken van een CT-scan om andere redenen, kunnen profiteren van de nieuwe methode. Bij hen is het verdachte weefsel vaak het eerste begin van longkanker en dan kan er nog goed behandeld worden.
De mensen met een verdenking op longkanker ondergaan een bronchoscopie, waarbij met behulp van een zogeheten Cone beam CT-scan live 3D-beelden worden gemaakt om de bronchoscoop precies naar de plek te navigeren waar op eerder beeldmateriaal een verdachte plek is gevonden.
Zo werkt de nieuwe methode:
Jaarlijks krijgen zo'n 13.000 mensen de diagnose longkanker. Bij ongeveer de helft van de patiënten komt het pas zover als er al uitzaaiingen zijn. De genezingskans is dan veel kleiner en artsen kunnen over het algemeen niet veel meer doen dan het carcinoom met medicijnen afremmen en onder controle brengen van het ziekteproces. Vroege ontdekking van de ziekte is dus van groot belang.
Verbeteren van de technieken
In een onlangs gepubliceerde studie met 87 patiënten schreven longarts Erik van der Heijden en klinisch technoloog Roel Verhoeven en hun collega's dat ze in ruim 87 procent van de gevallen de bronchoscoop op de plek kregen waar ze een stukje weefsel weg konden nemen.
Het stellen van een adequate diagnose lukte bij die patiëntengroep in iets minder dan drie op de vier gevallen. De onderzoekers concluderen daarom dat er werk moet worden gemaakt van het verbeteren van de technieken om weefsel af te nemen via biopten.
Na publicatie van het eerste onderzoek zijn ze daarmee doorgegaan in het Radboudumc. Intussen zijn bijna driehonderd patiënten op de nieuwe manier gediagnosticeerd. In meer dan 90 procent van de gevallen lukte het om de bronchoscoop naar de juiste plek te navigeren met behulp van de live-beelden van de CT-scan. Het aantal adequate diagnoses ligt nu op 85 procent. Complicaties doen zich maar in een tot twee procent van alle gevallen voor.
Hevige pijn op de borst
Tot nu toe waren er twee andere manieren om bij mensen met een verdacht stukje weefsel een diagnose te stellen. De meest gebruikte is een longpunctie door de borstkas onder geleide van live beelden van een CT-scan. Die methode leidt er eveneens in 90 procent van de gevallen toe dat op de juiste plek wat weefsel kan worden weggenomen.
Maar die punctie is risicovol en leidt een op de vijf keer tot een klaplong. Dat levert de patiënt hevige pijn op de borst op en de long kan niet meer genoeg zuurstof opnemen. Als het verdachte weefsel heel diep ligt wordt daarom vaak afgezien van zo'n punctie.
De derde methode is een bronchoscopie met behulp van eerder beeld, maar zonder live-beelden. "Dat leidde maar in 35 procent van de gevallen tot een diagnose", vertelt Erik van der Heijden. "Die techniek blijven we wel gebruiken, als het om grote tumoren in de nabijheid van de luchtwegen gaat."
Het is veel beter als we een zekere diagnose kunnen stellen, zodat je zo snel mogelijk degenen kan behandelen die dat nodig hebben, maar geen mensen onnodig behandelt.
De grote winst van de nieuwe methode is dat die het mogelijk maakt om in een eerder stadium betere diagnoses te stellen. "Bij een derde deel tot de helft van alle patiënten die we voor longkanker opereren bestaat er onzekerheid over de diagnose. Die worden geopereerd omdat er een verdenking op longkanker is", zegt Van der Heijden.
"Anderen worden bestraald of krijgen chemotherapie op basis van een verdenking. Het is uiteraard veel beter als we een zekere diagnose kunnen stellen, zodat je zo snel mogelijk diegenen kan behandelen die dat nodig hebben, maar geen mensen onnodig behandelt."
De onderzoekers verwachten dat hun aanpak internationaal overgenomen zal worden.