Nog geen akkoord over steun aan Curaçao, Aruba en Sint-Maarten
Er is geen akkoord tussen Nederland en Curaçao, Sint-Maarten en Aruba over nieuwe steun aan de Caribische landen vanwege de coronacrisis, maar het overleg gaat later verder. Vanochtend was er weer een Rijksministerraad. Daar waren ook de premiers van de Caribische landen bij. Premier Rhuggenaath van Curaçao zei dat de landen het wel min of meer eens zijn over de hervormingen die Nederland eist, maar niet over de vorm. Ze hebben onder meer veel vragen over de autoriteit die Nederland wil oprichten die het geld beheert. Volgens Curaçao, Aruba en Sint-Maarten krijgt die te veel macht.
Rhuggenaath sprak wel van een goed overleg. Voor een deel van de hervormingen moet ook de wet worden aangepast en de premiers hebben gezegd dat ze meer tijd nodig hebben om die aanpassingen te bestuderen. "Over die Rijkswet zijn geen onderhandelingen geweest en er is geen consensus over. Maar we stellen ons constructief op."
Aruba hoopt op snel akkoord
Premier Wever-Croes van Aruba liet zich van de drie premiers van de Caribische landen landen het meest positief uit. Ook zij kan de voorstellen nu niet accepteren, maar ze verwacht dat zij er voor eind volgende week met Nederland uitkomt. Volgens haar heeft haar land eigenlijk al voldaan aan de voorwaarden die Nederland stelt, hebben ambtenaren en politici al fors loon ingeleverd en is er gesneden in de topinkomens.
Wever-Croes zei ook dat er onderscheid moet worden gemaakt tussen Curaçao, Aruba en Sint-Maarten, omdat er verschillen zijn tussen de landen. Vertegenwoordigers van de drie landen lieten zich de afgelopen dagen heel kritisch uit over de voorwaarden die Nederland stelt aan meer hulp. Ze zeiden dat ze best willen hervormen, maar niet in het tempo dat Nederland vraagt.
Knops: landen moeten zelf maatregelen nemen
Staatssecretaris Knops benadrukte dat Nederland de drie landen wil bijstaan, maar dat ze echt zelf maatregelen moeten nemen om de economie sterker te maken, zodat ze bij een volgende crisis weerbaarder zijn.
Volgens Knops kan het bedrag aan steun uiteindelijk oplopen tot 1 miljard euro. Hij zei dat het niet alleen over leningen gaat, maar ook over "investeringen op de korte termijn". De staatssecretaris sprak van een redelijk aanbod en redelijke voorwaarden.