Corona-app gaat nieuwe testfase in, is er genoeg draagvlak?
Joost Schellevis en Nando Kasteleijn
Joost Schellevis en Nando Kasteleijn
De corona-app is sinds vandaag beschikbaar voor honderden mensen in Twente. Zij gaan testen of 'CoronaMelder', zoals de app heet, gebruiksvriendelijk genoeg is. De app registreert al wel ontmoetingen, maar 'matcht' deze nog niet met besmette personen.
Dit is een nieuwe stap in de ontwikkeling van de app. Voorafgaand heeft de Universiteit Twente een gebruikersonderzoek gedaan met 48 proefpersonen. Het rapport over dit onderzoek wordt vrijdag naar het ministerie gestuurd.
Negatief beeld voor installatie
"Wat mij opviel bij deze test, is dat veel mensen vaag iets over de app hadden gehoord, maar niet precies wisten hoe het zat. En als ze al iets hadden gehoord, was dat vaak negatief", vertelt Lisette van Gemert. Ze is hoogleraar gezondheidstechnologie aan de universiteit en coördineerde de testen.
Wel zag Van Gemert dat de meningen positiever werden als mensen de app op hun telefoon hadden staan en uitleg hadden gekregen. "Onze conclusie is dat de app makkelijk te bedienen is, maar dat het ingewikkelder wordt als mensen in de app moeten melden dat ze positief getest zijn." Volgens Van Gemert is hierbij een belangrijke rol weggelegd voor de GGD. Die moet dus goed worden voorbereid.
Uit het onderzoek komt verder naar voren dat jongeren met een lagere opleiding twijfelen of ze de app zullen gebruiken. Deze groep geeft ook vaak aan dat ze zich niet zullen laten testen en sommigen willen de melding van een mogelijke besmetting zelfs weg swipen. "Vergeleken met andere groepen wisten zij minder zeker of ze de app ook zelf gingen gebruiken", zegt Van Gemert.
De grote vraag die blijft hangen is hoeveel mensen uiteindelijk de app gaan downloaden. Sowieso zal dit niet 100 procent van de bevolking zijn. "Niet iedereen heeft een smartphone, en niet iedereen met een smartphone zal bereid zijn om de app te downloaden", zegt Arnold Bosman, die veel weet van bron- en contactonderzoek.
Het principe is gewoon: hoe meer mensen meedoen, hoe beter.
"Je mist altijd een deel van de bevolking." Dat maakt op zich niet uit, denkt hij. "Zo'n app kan nooit de enige oplossing zijn. Maar stel dat je 20 procent van de ontmoetingen in kaart kunt brengen, dan scheelt dat de GGD's al ontzettend veel werk."
"Het principe is gewoon: hoe meer mensen meedoen, hoe beter", zegt Marc Bonten, arts-microbioloog bij het UMC Utrecht. Een ondergrens is volgens hem niet vast te stellen. Hij denkt daarnaast de regering niet te lang moet wachten met het beschikbaar stellen van de app. "Ik denk dat de je de app nu moet gaan uitrollen, zodat er langzaam ervaring wordt opgebouwd en mensen eraan kunnen wennen. "
Influencers
Minister De Jonge zei dit weekend dat de app er waarschijnlijk na de zomer komt. Bonten beaamt dat er overwegingen kunnen zijn om de app nu nog niet uit te rollen. "Met alles wat je introduceert heb je een leerperiode nodig, dat gaat beter in vredestijd."
Hoogleraar Van Gemert vindt het belangrijk dat er tussen nu en het moment van lanceren een publiekscampagne wordt georganiseerd. Daarbij moeten er volgens haar ambassadeurs worden ingezet die kunnen helpen bij het creëren van draagvlak. Bij jongeren kunnen dat bijvoorbeeld influencers zijn.