Politiegeweld in Frankrijk legt gebrek aan vertrouwen bloot
In Frankrijk zijn in het hele land opnieuw duizenden mensen de straat op gegaan tegen politiegeweld. De dood van George Floyd in Minneapolis wordt betreurd, maar ook gezien als een 'kans': om aandacht te vragen voor Franse misstanden. Agenten staan in Frankrijk nogal eens in de verdachtenbank.
"Ze doden ons, verwonden ons, vallen ons aan en beledigen ons. Daar moeten we tegen protesteren. Het duurt al veel te lang'', zei een jonge zwarte demonstrante in Parijs.
De zwarte gemeenschap in Frankrijk beklaagt zich al jaren over het optreden van de politie. Wetenschappers bevestigen dat gevoel. "Er is sprake van structurele discriminatie'', zei socioloog Laurent Mucchielli op de Franse tv.
Wie zwart is of een Noord-Afrikaans uiterlijk wordt in Parijs 7 à 8 keer zo vaak gecontroleerd door de politie als mensen met een witte huid, bleek een aantal jaren geleden al uit onderzoek.
Gele hesjes
Maar bij de demonstraties in Frankrijk loopt her en der ook een andere groep mee: de Gele Hesjes. Zij gingen vorig jaar massaal de straat op. Bij die betogingen kwam het vaak tot harde botsingen met de oproeppolitie. Agenten zetten daarbij rubberkogels en granaten in, wat volgens critici te zware wapens zijn om te gebruiken bij demonstraties. In een jaar tijd raakten bijna 2500 demonstrerende Gele Hesjes gewond, blijkt uit cijfers van de overheid.
Maar agenten worden niet of nauwelijks op het matje geroepen voor het toepassen van buitensporig geweld, laat staan gestraft. De Franse politie ligt dus vanuit verschillende hoeken onder vuur. Daarmee wordt de regering van president Macron in een moeilijke positie gemanoeuvreerd.
Die kan moeilijk voorbij gaan aan de kritiek die breed wordt gevoeld en gedeeld. De publieke opinie wordt mede gevormd door die wetenschappelijke studies naar discriminatie en door de foto's van verminkte Gele Hesjes.
Sussende woorden
Tegelijkertijd heeft de overheid diezelfde agenten hard nodig om naast hun reguliere werk ook nog de vele demonstraties in goede banen te leiden en paraat te staan bij de terreurdreiging, die in Frankrijk nog steeds hoog is. Macron en zijn ministers kunnen hun eigen ordehandhavers niet zomaar afvallen.
De afgelopen dagen waren er dan ook veel sussende woorden te horen. "Zo'n 85 procent van de Fransen heeft een positief of heel positief beeld van de politie'', zei minister van Binnenlandse Zaken Christophe Castaner deze week.
Hij baseerde zich op een grootschalig landelijk onderzoek. Maar de minister zei er niet bij dat het geen representatieve steekproef was. Mensen konden zichzelf aanmelden om vragen te beantwoorden. "De antwoorden verschilden heel erg per regio'', erkende onderzoeksleider Stéphane Daubignard. In de chique wijken van Parijs zouden de opinies over de politie wel eens heel anders kunnen zijn dan in probleemwijken rond de hoofdstad.
Bovendien was het onderzoek niet recent maar "in de loop van 2019" uitgevoerd. De Gele Hesjes demonstreerden nog, George Floyd was nog in leven. Daubignard: "De publieke opinie zou wel eens veranderd kunnen zijn, sinds we dat onderzoek hielden.''
Vertrouwen ver te zoeken
De Franse christelijke hulporganisatie Acat publiceerde dit jaar een lijvig onderzoek naar de werkwijze van de politie. Daar werden veel problemen in blootgelegd, maar juist ook veel oplossingen aangedragen.
In essentie is de oplossing volgens Acat simpel: "Het vertrouwen moet worden hersteld tussen de Franse bevolking en ordehandhavers.'' Maar juist bij de zwarte gemeenschap, die zich stelselmatig gediscrimineerd voelt, en bij betogers als de Gele Hesjes, die zich fysiek niet veilig voelen, is het vertrouwen nog ver te zoeken.