Bestrijdingsmiddelen uit landbouw gevonden in Drentse natuurgebieden
Bij een onderzoek door een burgerinitiatief zijn 31 verschillende bestrijdingsmiddelen, biociden en afbraakproducten gevonden in Drentse natuurgebieden. De bestrijdingsmiddelen zijn afkomstig uit de landbouw.
De onderzoekers van burgerinitiatief Meten = Weten namen op zeventien verschillende plekken in natuurgebieden monsters van planten en op zes plekken in mest. De monsters zijn genomen vanaf de rand tot aan de kern van het natuurgebied en de concentraties verschilden volgens de onderzoekers bijna niet.
De gevonden middelen worden niet gebruikt voor natuurbeheer in de onderzochte gebieden. Die liggen, op een na, in Natura 2000-gebieden of een nationaal park en zijn al tientallen jaren in beheer als natuurgebied.
Natuurmonumenten en stichting Het Drentse Landschap zijn geschrokken van de resultaten. "Het is beangstigend te zien dat er midden in onze natuur een cocktail van bestrijdingsmiddelen wordt gevonden. Die stoffen horen daar niet", zegt Ruud Kreetz, van Natuurmonumenten tegen RTV Drenthe. "Ik schrik als ik zie dat sommige bestrijdingsmiddelen zich over grote afstanden verplaatsen en zich door een buffer van bos niet laten tegenhouden."
Meer onderzoek nodig
Volgens toxicoloog aan de Universiteit Utrecht Martin van den Berg is het niet zeker dat de gevonden bestrijdingsmiddelen afkomstig zijn van naastgelegen landbouwgebieden. "Er zijn met name stoffen gevonden die makkelijk verdampen en zich dus eenvoudig verspreiden. Een belangrijke onderzoeksvraag is dus of het een algemene verontreiniging is in bijvoorbeeld heel Drenthe, of zelfs landelijk."
Daarnaast is het volgens wetenschappers belangrijk om te kijken wat de bestrijdingsmiddelen precies doen in de natuur. "We moeten echt veel meer onderzoek doen naar het effect van de cocktail aan bestrijdingsmiddelen waaraan organismen in de natuur worden blootgesteld", zegt hoogleraar ecotoxicologie Kees van Gestel.
Natuurmonumenten, het Drents Landschap en Meten = Weten willen dat landbouwminister Schouten opdracht geeft tot verder onderzoek.
Ook landbouworganisatie LTO dringt aan op aanvullend onderzoek. "Wij betreuren het dat het rapport over zeventien monsters niet ingaat op de mogelijke herkomst van de aangetroffen stoffen. Het is dan ook hoog tijd dat hier betrouwbaar wetenschappelijk onderzoek naar komt zodat de uitkomsten van dit soort studies beter geduid kunnen worden", schrijft de organisatie.