Francien Yntema
Redacteur Wetenschap
Francien Yntema
Redacteur Wetenschap
Het huidige coronavirus veroorzaakt véél meer dan alleen longontstekingen. Dat bevestigt pathologisch onderzoek bij mensen die aan of met covid-19 zijn overleden. De NOS sprak erover met vier pathologen. Normaal bestaat hun werk voor 99 procent uit onderzoek aan weefsels van levende patiënten. Nu is er meer focus op de zogeheten obducties, bij overledenen. Dat onderzoek moet een beter begrip van de ziekte opleveren.
"Wij komen een enorm scala aan afwijkingen tegen. Alleen al in de longen zien we verschillende patronen van schade", zegt Jan von der Thüsen, thoraxpatholoog in het Erasmus MC. "We zien onder meer kapotte longblaasjes, bloedstolsels in grote bloedvaten, schade aan de kleinste haarvaatjes en littekenweefsel."
Vooral de hoeveelheid bloedstolsels in de longslagaderen is opvallend, stelt Katrien Grünberg, hoogleraar pathologie bij het Radboudumc. Die stolsels sluiten bloedvaten af waardoor weefsels erachter te weinig zuurstof opnemen. "Meestal moet je zoeken naar stolsels, maar nu zie ik er vaak meerdere in één patiënt. Het is echt in your face."
Virus opruimen
Grünberg vindt ook de combinatie van acute en chronische schade opmerkelijk. "In de longen bijvoorbeeld zie je zowel vocht dat net uit de bloedvaten is gelekt als littekenweefsel dat eerder ontstond. We begrijpen nog niet wat dat betekent. Krijgt het lichaam het virus niet opgeruimd? Houdt het lichaam de ziekte in stand nadat het virus is verdwenen?
Ook hart, nieren en zelfs de hersenen kunnen ontstoken raken. "Tot nu toe vinden we geen virusdeeltjes in het brein, maar de immuuncellen in de hersenen zijn groter en actiever dan normaal", zegt neuropatholoog Marianna Bugiani van het Amsterdam UMC. "Bovendien treffen we in de hersenen afweercellen aan die daar normaal niet voorkomen. Dat kan verklaren waarom sommige patiënten tijdelijk hun reuk verliezen, verward raken of moeite hebben met bewegen."
Aanknopingspunten voor behandeling
Het doel van de obducties is om beter te begrijpen hoe het coronavirus ons lichaam beschadigt. "Wij willen weten wat er in de weefsels van patiënten gebeurt en aanknopingspunten vinden voor diagnostiek en behandelingen", zegt Von der Thüsen.
Nieuwe inzichten in de ingrijpende ziekte ontstaan veelal in contacten met collega's uit andere disciplines, zoals intensivisten, infectiologen, radiologen en stollingsspecialisen. "Als ik IC-artsen bijvoorbeeld mijn afbeeldingen laat zien en vertel dat ik vocht in de longen zie, dan zie ik dat ze ineens begrijpen waarom het beademen gaat zoals het gaat", zegt Grünberg. "En als ik stolsels laat zien, dan begrijpen mijn collega's wat dat betekent voor de behandeling."
Momenteel wordt er een webinar georganiseerd om alle kennis landelijk te delen, zegt Joost Bart, patholoog bij het UMCG en voorzitter van de Nederlandse vereniging voor pathologie. Ook heeft hij contact met collega's in andere Europese landen. "De inzichten die zij vergaren komen sterk overeen met wat wij hier leren."
Toestemming
Momenteel zijn er in Nederland tussen de 50 en 100 obducties uitgevoerd, schat Von der Thüsen. Hij inventariseert welke onderzoeken er lopen en werkt aan een voorstel voor meer samenwerking. Het grootste deel van de patiënten is op de IC overleden. Patiënten of hun nabestaanden moeten expliciet toestemming geven voor het onderzoek.
Bij coronapatiënten nemen de pathologen extra voorzorgsmaatregelen. "Normaal gesproken dragen we beschermende kleding, een chirurgisch masker en een spatbril", zegt Grünberg. "Nu dragen we speciale mondneusmaskers die geschikt zijn voor risicovolle handelingen. Daar overheen dragen we een plastic kap die ons hele gezicht beschermt tegen spatten. Verder vermijden we handelingen waarbij kleine druppeltjes kunnen ontstaan, zoals het afspoelen van instrumenten."
Restschade
De pathologen hebben nog heel vragen over de ziekte die de wereld in zijn greep houdt. Hoe ontstaan die bloedstolsels bijvoorbeeld? Von der Thüsen wil onderzoeken welke afweercellen en eiwitten er in weefsels aanwezig zijn om te achterhalen welke ontstekingsmechanismen in welke fasen van de ziekte actief zijn. Hij hoopt dat die kennis aanknopingspunten biedt voor behandelingen.
Grünberg blijft maar denken aan de mensen die thuis flink ziek en benauwd zijn geweest. "Ik vraag me af hoe hun longen eruitzien. Herstellen die volledig of is er restschade? Het lijkt mij heel belangrijk om ook mensen die minder ernstig ziek zijn geworden door de tijd heen te volgen en om hen op termijn óók te onderzoeken."
Zo zijn er meer vragen. Hoe komt het bijvoorbeeld dat de ziekte vaker ernstiger verloopt bij ouderen? Hoe kunnen we overgewicht verklaren als risicofactor? En zien we verschillen tussen mensen die lang en kort op de IC lagen? Kortom, het onderzoek is nog lang niet klaar.