Duitsland vervolgt voor het eerst twee oud-medewerkers Assad voor marteling
In Duitsland is vandaag een rechtszaak begonnen met mogelijk grote gevolgen voor het bestraffen van oorlogsmisdaden die in de Syrische burgeroorlog zijn begaan. Twee oud-medewerkers van de Syrische geheime dienst worden vervolgd voor misdaden die in gevangenissen van het regime van president Assad zijn gepleegd.
"De hoofdverdachte, Anwar R., is echt een grote vis", zegt correspondent Judith van de Hulsbeek in het NOS Radio 1 Journaal. "Hij was leidinggevende bij de Syrische geheime dienst en runde een van de beruchtste gevangenissen in Syrië: afdeling 251, waar veel oppositieleden en demonstranten uit Damascus naartoe werden gebracht. R. zou als leidinggevende verantwoordelijk zijn voor de marteling van bijna 4000 mensen en de dood van bijna zestig mensen."
De andere verdachte, Eyad A., zou in de gevangenissen hebben geholpen met de mensenrechtenschendingen. "Het is voor het eerst dat mensen uit het regime van Assad terechtstaan. Assad blijft ontkennen dat mensen gefolterd worden, daarom is dit een heel belangrijke zaak."
Berechting in Duitsland
De twee zijn als vluchteling naar Duitsland gekomen en daar opgepakt. R liep in Berlijn tegen de lamp toen enkele slachtoffers hem herkenden en aangifte deden.
De verdachten worden in Duitsland vervolgd omdat het Internationaal Strafhof in Den Haag geen mandaat heeft. "Syrië heeft het oprichtingsverdrag van het hof, het Statuut van Rome, nooit ondertekend. Het zou ook nog via de Verenigde Naties kunnen, maar daar liggen Rusland en China dwars. Dus neemt Duitsland het heft nu in eigen hand."
In Duitsland kunnen sinds 2002 verdachten van ernstige misdrijven, zoals oorlogsmisdaden, worden vervolgd, ook als de misdaden niet in Duitsland zijn begaan en het niet om Duitse verdachten gaat.
Tienduizenden foto's
Het Duitse OM baseert zich niet alleen op gesprekken met slachtoffers, van wie sommigen in het proces zullen getuigen. "Er is een hele stapel aan bewijs. Een tijd geleden kwamen er tienduizenden foto's naar buiten van slachtoffers van martelingen in Syrische gevangenissen. Die zijn, cynisch genoeg, gemaakt door leden van de geheime dienst zelf om hun bazen te laten zien dat ze hun werk goed deden."
Al in 2015 publiceerde Human Rights Watch een rapport over 7000 veelal onschuldige gevangenen die in de vijf jaar daarvoor onder het Assad-bewind in Syrië zijn doodgemarteld.
Hoe reageren Syrische slachtoffers op de vervolging? Akram Al Saud (30) werd vier keer gearresteerd in Syrië, voor hij vluchtte naar Nederland. Hij heeft Anwar R. niet zelf ontmoet, maar heeft wel de martelingen ondergaan waarvoor die nu wordt vervolgd. "Ik moest de 'doulab' ondergaan: ik werd in een autoband gewongen, opgehesen en geslagen. Andere keren kreeg ik electro-shocks."
Al Saud vindt de vervolging in Duitsland een "goede stap, maar ik twijfel of het genoeg is. Anwar heeft 4000 mensen gemarteld, maar hij is alsnog geen heel belangrijke persoon. Mensen moeten zich realiseren dat dit martelbeleid heel systematisch is in Syrië, niet eens sinds het begin van de revolutie. Wij maken dit al sinds 1970 mee." In dat jaar kwam dictator Hafez al-Assad aan de macht, de vader van de huidige president.
Andere slachtoffers zijn optimistischer over het resultaat van deze rechtszaak, zegt Al Saud. "Een vriend van me zei dat we nu eindelijk erkenning kunnen krijgen, als slachtoffers. We weten dat het te moeilijk is om Assad naar Den Haag te krijgen, maar misschien kunnen we nu op het politieke niveau als slachtoffers de erkenning krijgen dat het in Syrië niet alleen maar gaat om strijdende partijen. Het regime van Assad is bezig met mensen vernietigen, iedereen die tegen ze opstaat. En dat was al zo, ver voor de burgeroorlog."