Gesink trekt zich 'binnenstebuiten' in virtuele Ronde van Zwitserland
Robert Gesink die flink afziet tijdens een bergetappe van de Ronde van Zwitserland. Tot zover niets nieuws onder de zon. Alleen deed hij dat woensdagmiddag niet op Zwitsers asfalt, maar in de fietsenschuur van zijn huis in Andorra.
De renner van Jumbo-Visma deed mee aan de virtuele Ronde van Zwitserland. Virtueel, want net als zoveel andere sportevenementen ging er ook door deze wielerkoers een streep vanwege de coronacrisis. De koers bestaat uit vijf etappes, waarin de renners delen van het echte parkoers voorgeschoteld krijgen.
Aan de digitale variant doen vijftien WorldTour-ploegen mee, die per etappe drie renners mogen opstellen. Woensdag logde Gesink namens Jumbo-Visma in voor de eerste etappe.
"Het zijn gekke tijden wat dat betreft", vertelt hij. "Je zit jezelf op een hometrainer voor een tv-scherm volledig binnenstebuiten te trekken tegen jongens die je wel kent, alleen zie je die dan als virtuele poppetjes om je heen fietsen."
Niet alleen de omgeving is anders, ook het fietsen zelf is heel anders. "Het is appels met peren vergelijken. Omdat je stilzit en je voorwiel vast op de grond staat. Je rijdt niet echt de berg op en ook als je uit het zadel gaat, is het niet zoals het in het echt is."
En zo'n virtueel peloton is ook een stuk minder sociaal dan in het echt. "Ik heb een hele tijd met Wilco Kelderman gefietst vandaag. Normaal praten we dan wel wat meer met elkaar."
Krachtmensen
Woensdag deed Gesink niet mee om de prijzen, zoals geen enkele echte klimmer. Hij eindigde op ruim vijf minuten van Rohan Dennis, wereldkampioen tijdrijden. En dat terwijl het op papier een bergrit was.
"Je moet wel een stukje kunnen trappen en voor iemand als Dennis is dit perfect: een uur alles geven", vertelt Gesink.
Dat voordeel voor de tijdrijders was ook commentator Gio Lippens, die verslag deed van de eerste etappe, opgevallen. "Dit virtuele wielrennen is echt voor de krachtmensen en niet voor de klimmers."
"Zij willen de weg omhoog voelen gaan en dan 'fladderen'. Wisselen van tempo, met een groepje wegrijden, kijken wie er kan meekomen." Dat is er simpelweg niet bij in een online omgeving.
Ook zijn de omstandigheden niet voor iedereen gelijk. Gesink woont relatief hoog, waar de lucht ijler is dan bij veel van zijn tegenstanders op woensdag. "Het is leuk om te zien, zeker in deze tijden is het een aardig initiatief. Maar een echte koers is het niet", aldus Lippens.
Licht aan einde tunnel
Gesink kijkt dan ook uit naar het moment dat hij weer echte wedstrijden kan rijden. "Op dit moment zijn andere dingen belangrijker."
"We hopen allemaal dat de situatie overal beter wordt en we kunnen koersen, want dat zou betekenen dat we de corona goed onder controle hebben."
Voorlopig moet hij zich nog redden met de hometrainer, maar er is licht aan het einde van de tunnel. "Begin mei zouden we weer buiten mogen fietsen. Weliswaar aangepast, op een bepaald stuk weg en maximaal drie uur per dag, maar het is lekker om daarnaar uit te kunnen kijken."