De clubs uit de Premier League krijgen voorschotten uitbetaald van het prijzengeld en het televisiegeld, om de financiële gevolgen van de coronacrisis te beperken. Dat melden diverse Britse media.
Sinds het voetbal in Engeland een maand geleden werd stilgelegd, zijn de inkomsten van de clubs drastisch gedaald. Televisiegelden en prijzengeld, zoals de kampioenspremie, zouden normaal gesproken aan het einde van de competitie worden overgemaakt, maar dat is nu naar voren gehaald.
De voorschotten zijn gebaseerd op de huidige stand van de ranglijst en op het aantal wedstrijden dat normaal gesproken live zou worden uitgezonden op televisie. Het bedrag per club zou - afhankelijk van de stand - kunnen oplopen tot zo'n 23 miljoen euro.
Mocht dit Premier League-seizoen op de een of andere manier toch nog kunnen worden afgemaakt, dan worden de voorschotten met de eindbedragen verrekend. Gaat er uiteindelijk toch een streep door het seizoen, dan dreigt de Premier League honderden miljoenen aan televisiegeld mis te lopen.
Onderhandelingen over salarisverlaging
Ondertussen speelt in Engeland nog steeds de discussie of de spelers in de Premier League salaris moeten inleveren om de clubs door de crisis heen te slepen. De Britse regering had daartoe opgeroepen en de clubs waren voorstander van een gezamenlijke regeling, maar spelersvakbond PFA ging niet akkoord.
De voorzitter van de PFA, Gordon Taylor, haalde donderdag nog eens uit naar de regering. Hij noemde het oneerlijk dat van voetballers wordt verwacht dat ze salaris inleveren, terwijl die vraag niet wordt gesteld aan bankiers, hedgefondsen en andere veelverdieners.
De onderhandelingen over mogelijke salarisverlaging worden nu per club gevoerd. Southampton maakte donderdag als eerste bekend dat de spelers en de technische een deel van hun salaris afstaan. Het zou gaan om 10 procent.
