Lockdown India: terwijl de ene ramp wordt afgewend, voltrekt zich een andere
Drie dagen nadat de Indiase premier Narendra Modi een nationale lockdown aankondigde, staan er drie magere jongens voor onze deur. Ze spreken mijn man aan, net thuis na een boodschap. Of ze misschien wat te eten kunnen krijgen. Ze vertellen dat ze met hun ouders onder een viaduct verderop wonen. Beide ouders werkten op een bouwplaats. Die is nu dicht. Zonder het gebruikelijke dagloon weten ze niet hoe ze aan eten moesten komen.
Wat zouden ze meer vrezen: het coronavirus of honger?
De meeste lezers hoeven zich deze vraag, net als ik, niet serieus te stellen. We blijven in ons eigen, veilige huis, houden afstand bij de buurtsuper en wassen bij thuiskomst netjes onze handen. Natuurlijk veroorzaakt de virusbestrijding een economisch drama in India en vooral kleine ondernemers lijden enorm. Maar om onze eerste levensbehoefte, voedsel en water, hoeven we ons geen zorgen te maken.
Voor miljoenen Indiërs is dit anders. Een virus discrimineert niet tussen rijk en arm. Maar de maatregelen tegen de verspreiding ervan leggen de verschillen in de samenleving pijnlijk bloot.
Zoals bij de jongens aan onze deur. Krijgen de ouders niet doorbetaald, vraag ik ze. Premier Modi heeft alle werkgevers immers opgeroepen hun werknemers geen loon in te houden tijdens de lockdown. "Nee hoor, ze krijgen niets meer."
En het beloofde geldbedrag voor alle arbeiders in de bouwsector? "Daar weten we niets van en we hebben ook geen bankrekening." Ook gesubsidieerd voedsel kunnen de jongens niet krijgen, want hun identiteitsbewijs voor arme mensen om hier aanspraak op te maken ligt in het dorp waar ze vandaan komen, in de oostelijke deelstaat Bihar. Waar ze vanwege de lockdown onmogelijk heen kunnen.
En de maaltijden die nu door de regering worden uitgedeeld? "Te ver weg", is het antwoord. "Verder dan dit durven we niet te gaan, want we mogen toch niet op straat zijn. De politie zal ons oppakken."
Deze jongens zijn te bang om een stukje te lopen voor een gratis maaltijd.
Mijn eigen privilege dringt sterk tot me door. Niet alleen omdat ik voldoende te eten heb, maar ook vanwege de bewegingsvrijheid die ik nog steeds geniet. Media worden als 'essentieel' gezien, dus ik heb het recht om met mijn eigen auto op pad te gaan. Maar als ik dat recht gebruik om in een buurt verderop boodschappen te doen, is er ook geen haan die ernaar kraait. Terwijl deze jongens te bang voor de politie zijn om een stukje te lopen voor een gratis maaltijd. Maar wat kan er meer 'essentieel' zijn dan dat?
Gaarkeukens maken overuren
Gelukkig brengt de situatie ook het goede in mensen naar boven. Inzamelingsacties zijn gestart. Lokale ondernemers brengen, ondanks hun eigen problemen, sandwiches langs de daklozen. De gaarkeukens in tempels maken overuren om alle extra monden te vullen.
Met een brood en een zak sinaasappels keerden de jongens terug naar hun ouders, ons achterlatend met de vraag hoe dit land een lockdown gaat doorkomen. De dagen erna nemen het aantal bedelaars met honger in de woonwijk toe. De premier vraagt de arme mensen in een radiotoespraak om vergeving voor hun 'ongemak', en benadrukt dat het echt nodig was om het virus te verslaan.
Het is een dilemma voor de regering. Ja, het virus moet worden verslagen. Want als het zijn vrije loop wordt gelaten, komen de ziekenhuizen bedden en beademingsapparatuur tekort en sterven mogelijk miljoenen Indiërs.
Dit scenario moet worden afgewogen tegen de ramp die zich nu voltrekt voor dagloners en andere arbeidsmigranten. Honderdduizenden van hen wilden hun lot niet afwachten en begonnen toen de lockdown werd afgekondigd, terug te lopen naar hun dorp. Soms wel honderden kilometers.
Waar het kon, stapten ze met tientallen anderen in een krappe bus of vrachtwagen. Zonder afstand van elkaar te houden. Zij maakten dus die keus. En achterblijven in een grote stad zonder eten of sociaal vangnet, dat vreesden zij meer dan het coronavirus.
Dit zijn beelden van vorige week van de exodus:
De grote uittocht, waarvan de beelden de hele wereld overgingen, is inmiddels gestopt. Mensen die vier dagen na het begin van de lockdown nog op de been waren, zijn opgepakt en verplicht twee weken in quarantaine gezet in opvangplekken waar ze ook te eten krijgen.
De regering heeft aangekondigd zo'n 20 miljard euro uit te trekken om de armste mensen de komende drie maanden van gratis rijst, linzen en kookgas te voorzien. Ik hoop dat de jongens onder het viaduct hier wat aan hebben.