Wiebes: Groningen snel veiliger door verlaging gaswinning
Groningen lijkt snel veiliger te worden nu er minder gas wordt gewonnen. Uit de jaarlijkse risicoanalyse van de gaswinning in Groningen blijkt dat er geen gebouwen meer zijn met een verhoogd risico op instorting, een zogenoemd verhoogd risicoprofiel. Dat schrijft minister Wiebes in een brief aan de Tweede Kamer. Hij noemt dat goed nieuws, omdat veiligheid voor de burgers immers de reden is voor de afbouw van de gaswinning in Groningen.
De staat van de huizen in Groningen wordt ingedeeld in drie categorieën. Dat gebeurt om te bepalen welke panden de hoogste prioriteit hebben als het om versterking gaat. De nieuwe bevinding is opvallend omdat in de voorafgaande risicoanalyse nog 5500 panden een licht verhoogd of verhoogd veiligheidsrisico liepen.
Uit de laatste rekenmodellen, de zogenaamde HRA, blijkt dat nu nog 80 tot 160 boerderijschuren een licht verhoogd risico op instorten lopen. De verklaring hiervoor is volgens Wiebes de verlaging van de gaswinning vorig jaar onder de 12 miljard kuub. Daardoor waren er minder en minder krachtige aardbevingen.
Het aantal bevingen nam de afgelopen maand overigens weer opvallend toe. Dat kan effect hebben op nieuwe berekeningen. Het ministerie benadrukt dan ook dat de risicoanalyse de periode van 1 januari tot 31 december 2019 bestrijkt. De cijfers geven vooral aan dat de beperking van de gaswinning positieve gevolgen heeft, aldus het ministerie.
Veilig
Minister Wiebes schrijft ook dat op basis van dit model géén huizen veilig worden verklaard. Dat kan alleen na beoordeling door een bouwkundige. Er is een lijst van 26.000 te inspecteren huizen en gebouwen. De helft van die panden is al opgenomen voor een beoordeling. Bestaande toezeggingen om huizen te versterken blijven overeind.
Ook als de gaswinning is beëindigd kan het nog steeds beven in Groningen. De bevingen zullen wel afnemen in hoeveelheid en zwaarte. In een reactie op de jaarlijkse analyse laat het Staatstoezicht op de Mijnen weten dat het risico op een beving zwaarder dan 3,6 afgenomen is van 12,5 naar 5 procent. De kans op een maximale kracht van 5 of hoger, waar eerder mee gerekend werd, wordt nu nagenoeg 0 genoemd.