Nederland wil nu niet nog meer noodhulp voor eurolanden
André Meinema en Bert van Slooten
André Meinema en Bert van Slooten
Nederland wil voorlopig niet nog meer financiële noodmaatregelen om de coronacrisis te bestrijden. In de zuidelijke EU-lidstaten wordt gevraagd om de grote pot met geld, het Europese Stabilisatiemechanisme (ESM), in werking te stellen.
Dat fonds heeft een financiële vuurkracht van ruim 400 miljard euro. Het werd in het leven geroepen na de Griekse schuldencrisis, om te voorkomen dat eurolanden geen geld meer konden lenen op de kapitaalmarkt.
De plannen en maatregelen om de economie te redden van de corona-ondergang buitelen over elkaar. Schier onbeperkt geld wordt uit de kast gehaald om krakende economieën te ondersteunen en te behoeden voor ineenstorting. Het beest van de recessie wordt niet bestookt met hagel maar met bazooka's en superkanonnen.
Begrotingsregels zijn al losgelaten
Maar je kunt niet zomaar geld uit die pot halen. Leningen moeten unaniem door de lidstaten worden goedgekeurd. En in Nederland is het kabinet nog niet zo ver. Ook in Finland en Duitsland is er twijfel.
Toch lijkt er ruimte voor extra maatregelen. Gisteren besloten de ministers van Financiën al om alle begrotingsregels los te laten. Italië en Spanje, die zwaar getroffen worden door de coronacrisis, mogen hun toch al hoge staatsschuld verder laten oplopen. De twee landen betalen ook al meer rente voor hun overheidsschulden.
'Voorbarig' is het woord dat Nederland gebruikt. Bovendien vindt ons land dat Italië nu heel even op de blaren moet zitten. Minister Hoekstra zegt dat het verleden geen rol speelt, maar intern wordt nog steeds gemopperd dat het land de staatsschuld de afgelopen goede jaren niet op orde bracht.
Meer landen klagen in Brussel dat er de afgelopen jaren niet grondig is hervormd. Ze wijzen naar Ierland, dat er tijdens de financiële crisis ook niet al te best aan toe was, maar wel de begroting op orde heeft gebracht.
Landen kunnen nog gewoon geld lenen
De ministers van Financiën gaan vanavond in een vergadering van de eurogroep het gesprek aan over de Italiaanse wens om dat ESM in werking te stellen. "Dat wordt een pijnlijk gesprek", erkennen diplomaten.
De Italianen zelf halen ondertussen alles uit de kast en gebruiken veelvuldig de woorden van oud-ECB-president Mario Draghi, die ooit bij de redding van de euro zei: "Whatever it takes". Premier Conte vindt dat de Europese Unie met buitengewone middelen moet reageren op deze buitengewone crisis. Hij waarschuwt voor een sociaal-economische tsunami die de EU zal treffen als er niet meer gemeenschappelijk wordt opgetreden. "De markten zijn bikkelhard", volgens de premier.
Maar daar zit nu juist het probleem van de andere EU-landen, waaronder Nederland. "Het Europees Stabilisatiemechanisme is bedoeld voor landen die geen geld meer kunnen lenen op de kapitaalmarkt en dat is nu niet het geval", leggen diplomaten in Brussel uit.
Minister Hoekstra zal daarom vanavond voorstellen om het geld nu niet te gebruiken en eerst te gaan bestuderen waar de echte knelpunten zitten. Hij is ook niet enthousiast over dat andere Italiaanse idee om eigen Europese obligaties uit te geven. Nu doen landen dat nog zelf, maar Italië wil dat er vanwege de coronacrisis Europese staatsleningen komen. Eurobonds, of zoals de Italiaanse premier Conte het zelf noemt: coronabonds. Hij heeft in ieder geval de steun van Frankrijk.
Dat is op zich niet nieuw, want ook tijdens de vorige crisis was Frankrijk groot voorstander van Europese obligaties, omdat op die manier de leningen minder risico lopen. Immers staan de rijkere landen, waaronder Duitsland en Nederland, garant.
Net als toen staan Nederland en Duitsland niet te juichen. De eurogroep komt er naar verwachting niet uit en zal de discussie doorschuiven naar de regeringsleiders die donderdagavond hun videoconferentie houden. Ook dan zal premier Rutte niet enthousiast zijn. "De landen die hebben nagelaten te hervormen zijn de landen die nu om het hardst roepen om exotische vormen van hervormingen en dat gaan we niet doen", klinkt het in kringen van het Nederlandse kabinet.