Met een bestelbusje werd de ingang van het Telegraafpand geramd
NOS Nieuws

Hoofdverdachten ontkennen in rechtszaak Telegraaf-aanslag

Twee hoofdverdachten van de aanslag op het pand van De Telegraaf in Amsterdam, in juni 2018, hebben tegen de rechter gezegd niets met de zaak te maken te hebben. Een derde verdachte beroept zich op zijn zwijgrecht, de twee overige verdachten zijn niet aanwezig.

In de extra beveiligde rechtbank de Bunker in Amsterdam is de rechtszaak begonnen tegen in totaal elf mannen die worden verdacht van deelname aan een criminele organisatie, diefstal en heling. Vijf van hen zijn volgens het Openbaar Ministerie ook verantwoordelijk voor de aanslag op het Telegraafgebouw.

Op 26 juni 2018 ramde een bestelwagen de glazen pui van het gebouw aan de Basisweg waar de redactie van de krant werkt. De bestuurder stapte daarna uit en stak de auto, die gevuld was met jerrycans met benzine, in brand. De ontploffing veroorzaakte aanzienlijke schade aan het pand. Niemand raakte bij de aanslag gewond.

Auto's stelen, huren en inruilen

Op de eerste ochtend in de rechtszaal werd nog niet duidelijk wie achter het stuur zat van de bestelauto. De aanklager beschrijft hoe de groep van elf steeds in de weer was met auto's. Ze werden gestolen, gehuurd, weer ingeruild "omdat de kleur niet bevalt". Ook op Marktplaats werd gezocht naar geschikte auto's voor criminele activiteiten, aldus het OM.

Politie en justitie vermoeden dat Ridouan Taghi, de hoofdverdachte in een reeks liquidatiezaken, achter de aanslag zit. Van misdaadverslaggever John van de Heuvel van De Telegraaf is bekend dat hij vanuit de onderwereld wordt bedreigd. De advocaat van De Telegraaf sprak eerder van een aanslag op de journalistiek en de democratie.

De behandeling van de zaak gaat naar verwachting tien dagen duren.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl