Turkije haalt Syrische gevechtsvliegtuigen neer
Turkije heeft boven de Syrische provincie Idlib twee Syrische gevechtsvliegtuigen neergehaald. Ook is een Syrisch militair vliegveld in de buurt van Aleppo gebombardeerd. Dat gebeurde nadat Syrië had gedreigd dat elk vreemd vliegtuig boven het noordwesten van het land zou worden neergeschoten.
Het Syrische staatspersbureau heeft bevestigd dat twee gevechtsvliegtuigen zijn neergehaald. De piloten zouden zichzelf in veiligheid hebben gebracht.
Volgens de Turkse minister van Defensie Akar heeft het Syrische leger in de afgelopen vier dagen 8 helikopters, 103 tanks, 72 stukken artillerie en een drone verloren. Ook zouden meer dan 2000 Syrische militairen zijn gedood. Het vanuit Groot-Brittannië opererende Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten komt op een aanzienlijk kleiner aantal. Het zegt dat in die periode aan Syrische kant 74 militairen en militieleden zijn omgekomen. Turkije zegt verder dat het in februari in Idlib 55 militairen heeft verloren.
Escalatie na bombardement
Het Turkse leger heeft zijn activiteiten in Syrië opgevoerd, na het bombardement donderdag op Turkse militairen in Idlib. Bij een aanval van Syrische of Russische vliegtuigen kwamen zeker 33 Turkse militairen om en raakten er tientallen gewond.
In Idlib bevinden zich duizenden Turkse militairen die de opmars van het Syrische leger moeten stoppen. Syrië probeert de provincie op rebellen te heroveren. Turkije wil dat voorkomen, omdat er dan nog meer Syrische ontheemden naar Turkije zullen vluchten.
Door de escalatie dreigt een confrontatie tussen Turkije en Rusland, dat de Syrische president Assad steunt. Ankara en Moskou proberen de spanningen over Idlib te verminderen, maar de onderhandelingen verlopen moeizaam. Mogelijk ontmoeten de presidenten Erdogan en Poetin elkaar donderdag in Moskou.