De plaats van de kosmische explosie: het Ophiuchus cluster, een groep sterrenstelsels 390 miljoen lichtjaar ver weg

Astronomen zien grootste kosmische klap ooit

Astronomen hebben de grootste explosie in het heelal sinds de oerknal ontdekt: een ontploffing waarbij alle andere in het niet vallen. Ze zagen niet de kosmische klap zelf, maar de restanten die de gebeurtenis lang geleden heeft achtergelaten.

Met verschillende ruimtelescopen en observatoria op aarde werd het gat in de kosmische gaswolken op 390 miljoen lichtjaar afstand onderzocht. Een van de astronomen vergelijkt het met de verwoestende uitbarsting van de Amerikaanse vulkaan Mount St. Helens, die de top van de berg blies en een grote krater achterliet. "Maar in deze krater zouden vijftien melkwegstelsels op een rij passen."

De bron van de mega-ontploffing was een superzwaar zwart gat, denken de onderzoekers. Hoewel die bekendstaan om het opslokken van alles wat in de buurt komt, kan er ook materiaal weggeslingerd worden.

Energierijke deeltjes baanden zich met de lichtsnelheid zo een weg door het intergalactische gas en lieten een gigantische leegte achter. De explosie was niet één snelle klap, maar een proces dat misschien wel miljoenen jaren duurde, en werd zo duizenden keren groter dan soortgelijke al bekende ontploffingen in het heelal. Het gat is vijf keer groter dan de vorige recordhouder.

Het bewijs voor de mega-explosie door de combinatie van gegevens van verschillende telescopen

De leegte was in 2016 ook al opgemerkt. Toen werd nog getwijfeld aan de theorie dat een explosie de oorzaak was van het fenomeen. Sterrenkundigen dachten dat het gat te groot is om door een kosmische ontploffing gevormd te kunnen zijn. Door het gat zowel met röntgentelescopen als radiotelescopen te onderzoeken, komen de astronomen nu toch tot die conclusie.

Volgens hoogleraar theoretische sterrenkunde Vincent Icke is juist die samenwerking interessant. "Is de ontdekking belangrijk? Ja en nee. Dat het de grootste ooit is, dat kan zo zijn. Als je honderd mensen hebt is er altijd één de grootste. Wat interessanter is, is de samenwerking tussen radiosterrenkundigen en astronomen die met de gegevens van röntgentelescopen werken. Er zijn nieuwe technieken om radiofrequenties met een heel lage energie te onderzoeken. Dat zal tot veel meer nieuwe ontdekkingen leiden, en dit is er een van."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl