Nederlanders reizen steeds verder naar hun werk
Mensen wonen in Nederland steeds verder van hun werk, blijkt uit onderzoek van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Of het nu met de fiets, de auto of de trein is, mensen gaan vaker op en neer naar een andere plaats of regio om daar te werken.
De onderzoekers keken naar de verplaatsingen in Nederland tussen 1995 en 2016. Uit het onderzoek bleek dat vooral de gemiddeld afgelegde afstand is toegenomen: die is nu 19 kilometer, terwijl dat in 1995 nog iets minder dan 15 kilometer was.
En 25 jaar geleden reisde iets meer dan een kwart van de werkenden naar een andere plaats of regio, inmiddels is dat een derde.
Meer auto's, tweeverdieners en thuiswerkers
"Dat heeft meerdere oorzaken", zegt Jan Ritsema van Eck, onderzoeker bij het PBL. "Meer mensen bezitten een auto en kunnen dus ook een baan nemen die verder is. En er zijn meer tweeverdieners, dus als een van de twee ergens anders een baan heeft, dan zal diegene moeten pendelen."
Ook is het door het gewoner worden van thuis werken makkelijker geworden om een baan op afstand te accepteren. En door de problemen op de woningmarkt is het voor veel mensen te duur om te wonen in de stad waar ze werken, zegt Ritsema van Eck.
Uit het onderzoek blijkt ook dat hoogopgeleiden, mannen en fulltimers verder reizen dan laagopgeleiden, vrouwen en parttimers.
Ritsema van Eck ziet verschillende kanten aan deze ontwikkeling. "Een voordeel is dat het goed kan zijn voor de economie: mensen kunnen in een groter gebied een baan zoeken. Maar een nadeel is dat de wegen voller zijn."