Economie groeide vorig jaar minder hard
De Nederlandse economie is vorig jaar met 1,7 procent gegroeid. Daarmee groeide de economie in 2019 een stuk minder hard dan de 2,6 procent in 2018. Het is ook de laagste groei sinds 2014.
In het laatste kwartaal van vorig jaar was de groei 0,4 procent ten opzichte van het kwartaal ervoor, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek. Dat is hetzelfde groeitempo als in de drie eerste kwartalen van 2019. De Nederlandse economie groeit nu al 6,5 jaar op rij.
Van alle economische sectoren groeide de bouw in 2019 het hardst, met 4,7 procent. Dat was ondanks alle zorgen over stikstof en PFAS. Sinds mei kunnen veel nieuwe bouwprojecten niet starten, omdat de vergunningsverlening grotendeels stilligt vanwege de te hoge stikstofuitstoot en de uitspraak daarover van de Raad van State. Maar bouwbedrijven hadden kennelijk nog genoeg lopende projecten.
De groei in de bouw was wel kleiner dan de vier voorgaande jaren. Na de bouw was de groei het grootst in de ICT en de energiesector.
Meubels en horeca
De consumentenuitgaven bleven vorig jaar ook groeien, met 1,4 procent. Dat is wel minder dan de ruim 2 procent in de twee jaar daarvoor. We gaven vooral meer uit aan meubels, elektrische apparaten, kleding en de horeca. Aan auto's hebben we minder uitgegeven.
De investeringen groeiden met 5,3 procent. Bedrijven investeerden vooral meer in auto's en gebouwen. De export groeide met 2,6 procent. Maar de import groeide nog harder, namelijk met 3,2 procent. Het totaal van export en import dempte daarmee de economische groei.
Meer banen
Het aantal banen bleef stijgen. In een jaar tijd kwamen er ruim 150.000 banen bij, een stijging van 1,7 procent. Het aantal banen groeit nu al bijna zes jaar achter elkaar. Eind december was het aantal openstaande vacatures gestegen naar 291.000, een stijging van ruim 3000 ten opzichte van een kwartaal eerder.