Steeds minder gemeenten heffen hondenbelasting
Stel: je woont aan de Rijswijkseweg aan de rand van Den Haag en je hebt drie honden. Dan heb je behoorlijke 'pech', want die drie dieren kosten je maar liefst 565 euro hondenbelasting per jaar. Dat terwijl je buurvrouw een paar huizen verderop, aan de Haagweg in Rijswijk, helemaal niks aan belasting hoeft te betalen, hoeveel honden ze ook heeft. Vorig jaar is in Rijswijk de hondenbelasting juist afgeschaft.
Zo zijn er steeds meer gemeenten, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek. In 2010 hief 71 procent van de gemeenten nog hondenbelasting, in 2020 nog maar 54 procent.
Doordat steeds meer gemeenten geen hondenbelasting meer innen, dalen ook de inkomsten, van 65 miljoen euro in 2015 naar een begrote 51 miljoen dit jaar. Daarmee is de hondenbelasting goed voor een half procent van de totale gemeentelijke belastingopbrengst in Nederland.
Groningen het duurst
In de gemeente Groningen betaal je het meest voor een hond, namelijk 129,60 euro per jaar. Voor je tweede en derde hond betaal je meer. Dat gebeurt ook in sommige andere gemeenten. Hond nummer twee kost in Groningen 192 euro en hond drie 259,20 euro. Heb je drie honden, dan ben je dus 580,80 euro kwijt in Groningen.
Den Haag is bijna net zo duur als Groningen en het is de grootste stad die nog hondenbelasting int. Rotterdam en Amsterdam zijn er al mee gestopt. Den Haag is ook de gemeente met de hoogste hondenbelastinginkomsten, ruim twee miljoen euro.
De laagste hondenbelasting heeft de Gelderse gemeente West Maas en Waal. Daar betaal je 18,59 euro voor je eerste hond.
Blaffende hond
In de meeste gemeenten met hondenbelasting bellen controleurs bij mensen thuis aan om te kijken of er een hond is. Als er niemand thuis is, maar de controleur hoort bijvoorbeeld wel een hond blaffen, dan wordt een aangifteformulier achtergelaten.
Er zijn ook nog gemeenten waar je hond een penning moet dragen als bewijs dat je de belasting betaald hebt. Dat is bijvoorbeeld het geval in Hengelo, Veldhoven en Vaals.