Wuhan krijgt het steeds moeilijker met de virusuitbraak
De uitbraak van het coronavirus in de Chinese stad Wuhan heeft tot nu toe 362 levens geëist, waarvan 350 in de provincie Hubei, en begint ook op andere vlakken zijn tol te eisen. Personeel in de ziekenhuizen loopt op zijn tandvlees, de mondkapjes raken op en de ziekenhuizen zijn overvol.
China heeft vandaag voor het eerst om hulp gevraagd. "Er is dringend behoefte aan maskers, beschermende kleding en veiligheidsbrillen", laat het ministerie van Buitenlandse Zaken in Peking weten. Fabrieken in het land produceren 20 miljoen mondkapjes per dag, maar er worden er vele malen meer besteld. Dat leidt tot tekorten in de ziekenhuizen.
Een aantal landen heeft medische hulpmiddelen gestuurd, waaronder Zuid-Korea, Japan, Kazachstan en Hongarije.
Mondkapjes voor honderden miljoenen mensen
Steeds meer delen van China verplichten mensen om mondkapjes te dragen als ze de straat op gaan. Naast de meer dan 50 miljoen inwoners van Hubei, het centrum van de uitbraak, zijn dat 300 miljoen mensen in grote steden en provincies in andere delen van het land.
Er is medisch personeel naar het nieuwe ziekenhuis gestuurd dat in Wuhan in ruim een week uit de grond is gestampt. Het heeft duizend bedden. Een tweede ziekenhuis, met 1500 bedden, gaat nog deze week open en ook daar gaan mensen uit andere delen van China werken.
De andere ziekenhuizen in de stad zijn overvol en kunnen niet alle mensen met koorts onderzoeken en opnemen.
In dit filmpje vertelt een man dat ziekenhuizen patiënten weren:
In het filmpje wordt verteld dat er veel artsen zijn overleden aan het virus. Daarvan is geen onafhankelijke bevestiging. Wel is duidelijk dat ziekenhuispersoneel ziek is geworden en dat het overgebleven personeel de drukte nauwelijks aankan.
De piek van de uitbraak lijkt nog niet in zicht, zegt Aura Timen, hoofd van het coördinatiecentrum infectieziektenbestrijding bij het RIVM. "Je weet dat de piek bereikt is als de stijging per dag stabiliseert of afneemt. Het lijkt nog niet zover te zijn." Ze wijst op de toename van het aantal gevallen in Hubei, ondanks de drastische maatregelen die zijn genomen. "Dus we zijn er nog niet."
Timen denkt wel dat mensen zich bewust zijn van de ernst van de situatie door de uitgebreide aandacht voor het virus. "Mensen laten zich door de publiciteit misschien eerder testen. Maar dat is van hieruit niet te controleren."
Wat je ook ziet, is dat het virus zich in andere landen niet op grote schaal verspreidt. Timen noemt dat een geruststelling en een bewijs dat de maatregelen werken. Mensen die uit Hubei komen, worden veertien dagen in quarantaine geplaatst.
Geen levende dieren verhandelen
Iemand die besmet is, besmet gemiddeld twee tot drie anderen. Dat is ongeveer evenveel als bij SARS, weet Timen. Bij MERS, ook een coronavirus, worden gemiddeld 0,7 mensen in de omgeving besmet, maar daarbij ligt het sterftecijfer veel hoger: 30 procent. Bij SARS is dat 10 procent en bij dit nieuwe virus 2 procent. Dat is iets meer dan bij een gewone griep, waaraan volgens Timen 0,5 procent van de patiënten overlijdt.
De meeste mensen die het Wuhan-virus hebben, worden dus beter. Er is geen behandeling voor het virus. "Uitzieken en het lichaam ondersteunen. Dat houdt in dat mensen die in het ziekenhuis terechtkomen, worden beademd vanwege de longinfectie. De verschijnselen lijken erg op een gewone griep. Alleen ernstig zieken krijgen longontsteking."
Hoe de besmetting van dier op mens is ontstaan, is volgens Timen nog niet duidelijk en dat kan ook nog wel even duren. Het is daardoor ook moeilijk te zeggen hoe een dergelijke besmetting is te voorkomen. "Daar weten we het antwoord niet op. Maar het risico bij het verhandelen van levende dieren blijft. We gaan ervan uit dat het een vleermuis is geweest, maar dat is nog niet 100 procent zeker. Bij SARS werd pas jaren later ontdekt dat civetkatten waren besmet door vleermuizen. Het is beter om geen levende dieren te verhandelen."