De pieken en dalen van Falko Zandstra: 'Ik kreeg waanideeën'
Het is 26 jaar na het wereldkampioenschap in het Vikingskipet in Hamar van 1993. De ene schaatskampioen, Falko Zandstra (48), begroet de ander, Johann Olav Koss (51). "Hé, oude man."
De twee binden weer de schaatsen onder. "Voorzichtig. Don't break a leg", deelt Zandstra mee aan zijn voormalige rivaal. "Er is niets veranderd hier", valt Koss op.
Het was daar, in Hamar, waar zowel Koss als Zandstra zijn hoogtepunten beleefde. Koss op de Olympische Spelen van 1994, Zandstra een jaar eerder op de WK allround. De Nederlander hield als 21-jarige in een bomvol Hamar stand tegen favoriet Koss. Kenners weten het op dat moment zeker: dit is nog maar het begin van het tijdperk Falko Zandstra. Maar het loopt anders.
Hij was altijd vrolijk, altijd laconiek. En razend populair. Posters van 'de gespierde spijker' hingen in meisjeskamers. Winnen is voor Falko Zandstra in die tijd dagelijkse kost. "Ik kan me niet herinneren dat ik ooit verloren heb. Het ging allemaal wel heel makkelijk", blikt hij zelf in Andere Tijden Sport terug op zijn beginjaren op de schaats.
In 1992 wordt hij op twintigjarige leeftijd Nederlands kampioen. In datzelfde jaar wint hij ook zijn eerste Europese titel. En een jaar later al wordt hij ook wereldkampioen.
"Het was talent. Puur talent", zegt zijn coach bij de junioren, Leen Pfrommer.
"Als jongetje woonde hij bijna boven op de ijsbaan, ze woonden ertegenover", weet Pfrommer. Zandstra had al meteen een voorsprong op leeftijdgenootjes; hij kon vanuit school meteen het ijs op.
"Maar hij had van zichzelf ook zoveel gave, dat hij twee keer achter elkaar wereldkampioen junioren werd. Nou, dat gebeurt niet zoveel."
'Lui'
Het was in het mentale waar een uitdaging lag bij Zandstra, ontdekte Pfrommer. "Ik heb hem weleens verweten dat hij te lui was. Want ook al heb je talent, je moet toch hard trainen. Maar als Falko de kantjes eraf kon lopen, dan deed hij dat ook."
Een anekdote uit die tijd leert hoe Zandstra tijdens kampioenschappen soms meer bezig was met andere zaken dan schaatsen. "Tussen de 500 en de 5.000 meter zit tijd. Dus wat doe je dan? Dan ga je even naar de garage. Ik wilde graag weten hoe mijn boxen werden ingebouwd."
'Dat flierefluiterige'
Rintje Ritsma, zijn concurrent in het begin van de jaren negentig: "Dat flierefluiterige heeft hem uiteindelijk wel een beetje opgebroken."
Waar velen dachten dat zijn wereldtitel in 1993 pas het begin was van een lange heerschappij, bleef het voor Zandstra bij die ene mondiale prijs. "Ik heb hem nooit meer zo sterk gezien als dat weekend", zegt Koss.
"Het was ook de sterkste 10.000 meter die ik ooit van hem heb gezien. En waarschijnlijk was het z'n zwaarste rit ooit."
Er gaan geluiden rond in de schaatswereld dat Zandstra, amper 21 jaar, mede door dat kampioenschap te snel opgebrand was. "Ik ben daar best diep gegaan. Ik kon niet meer op mijn benen staan, de verzuring zat tot in mijn strot." Ritsma weet ook nog: "Hij was, in sporttermen, zwaar naar de klote."
Wat er daarna gebeurde? "Het kakte snel in", verwoordt Zandstra het zelf nu. Ritsma: "Er had zeker meer in gezeten. Veel meer. Wij zaten te zoeken waar we beter in konden worden. Want Falko was zo goed, dat als wij niet zouden doorgroeien we nooit meer een platte prijs zouden winnen. Ik ben zeker harder gaan trainen. Falko deed niet meer dan wat er op het programma stond."
Zijn coach bij de kernploeg was Henk Gemser. Met hem boterde het niet. "Gemser is een fantastische kerel, supergoede trainer, maar ik had geen klik met hem. En dat heb je nodig, wil je tot prestaties komen."
Ritsma beaamt dat. "Ik denk dat Gemser iets te serieus voor hem was." Zandstra senior zegt dit over zijn zoon: "Als Falko er geen zin in heeft, lukt helemaal niks meer."
Armbandje
Op het WK van 1995 was Zandstra weer in topvorm. Maar een armbandje gooide roet in het eten. Dat viel van zijn arm af en belandde onder zijn rechterschaats; weg kampioenschap. "Het ging zo verdomd lekker." Het was de laatste keer dat hij dicht in de buurt van een titel kwam. Niets lukte daarna nog. "En op een gegeven moment kun je dan beter gewoon stoppen." In 1999, op 27-jarige leeftijd, borg hij zijn schaatsen op.
Dat had ik een paar keer. Dat het misschien beter is als ik er niet meer zou zijn.
Zandstra legt Koss uit wat hem overkomen is sinds hij stopte met schaatsen. Dat hij een bedrijf in dak- en wandbedekking startte, maar dat hij in de problemen kwam. "Ik heb pieken en dalen gekend, ook op zakelijk vlak. Dat was in 2010, toen de crisis begon. Dat heeft vier, vijf jaar geduurd. Dat was een zware tijd voor me. Ik was neerslachtig en depressief. Had angstaanvallen."
'Waanideeën'
Zandstra had er medicatie voor nodig. "Wat is je precies overkomen?", vraagt Koss. "Iemand die depressief is, krijgt waanideeën in zijn hoofd. Dat had ik een paar keer. Dat het misschien beter is als ik er niet meer zou zijn. Maar dat heb ik gelukkig niet doorgezet. De medicijnen hielpen."