In samenwerking met
Omroep Gelderland
NOS Nieuws

Gelderse sportclubs vragen vaak niet om verklaring omtrent gedrag

Een groot deel van de sportclubs in Gelderland vraagt geen verklaring omtrent het gedrag (vog) aan voor hun vrijwilligers. Dat blijkt uit een onderzoek van Omroep Gelderland. Veel sportclubs vinden zo'n vog niet nodig, omdat ze ervan uitgaan dat er bij hen toch niks ergs gebeurt.

Omroep Gelderland heeft in totaal met zestig sportclubs gesproken. In die gesprekken werd duidelijk dat meer dan de helft van de clubs geen vog van hun medewerkers vraagt. Het gaat dan om clubs die ook met kinderen werken.

Als een verklaring omtrent het gedrag door het ministerie van Justitie en Veiligheid wordt afgegeven, wil dat zeggen dat het gedrag van iemand in het verleden geen bezwaar vormde voor het vervullen van een specifieke taak of functie in de samenleving, bijvoorbeeld bij het werken met jeugd of mensen met een beperking.

Het grootste gevaar is dat je denkt: wij kennen elkaar, zoiets overkomt ons hier niet.

Marjan Olfers, hoogleraar sport en recht

Marjan Olfers, hoogleraar sport en recht aan de Vrije Universiteit, noemt het teleurstellend en naïef dat veel clubs niet om een vog vragen. "Het grootste gevaar is dat je denkt: wij kennen elkaar, zoiets overkomt ons hier niet." Het bestuur van een club is verantwoordelijk voor de veiligheid, zegt ze. "Het kost je weinig moeite en kan een groot risico inperken. Een iemand kan enorm veel slachtoffers maken."

Vooral bij kleine clubs lijkt het vertrouwen in de eigen vrijwilliger groot. "Ik durf te beweren dat seksuele intimidatie en misbruik bij ons niet voorkomt", zegt de voorzitter van een kleine basketbalvereniging. "We kennen iedereen, trainers zijn al jaren bekend. Mannelijke trainers komen niet in kleedkamers van meisjes."

De voorzitter van een tennisvereniging zegt: "Wij zijn een gezellige, nette vereniging zonder incidenten. Wij hebben hier niet zoveel aandacht voor." De vereniging telt zo'n 900 leden, van wie zeker 200 kinderen.

Iedereen weet alles van elkaar

De voorzitter van weer een andere club reageert: "Onze trainers waren vroeger kinderen van de club. Iedereen weet alles van elkaar. Ook de ouders zijn erg betrokken."

Die uitstraling, dat iedereen elkaar kent, werkt vaak juist averechts, zegt hoogleraar Olfers. "Een melding doen van misbruik is al moeilijk genoeg en zeker bij een bestuur dat een nauwe relatie heeft met een populaire trainer. Vaak hoor je achteraf dat die ene trainer juist zo aardig was, en dat niemand het had verwacht."

Het is ook aan ouders om de druk op verenigingen op te voeren, zegt ze. "Train je met kinderen? Dan moet je gewoon een vog laten zien, dat moet overal de minimale eis worden."

Weerstand

Clubs die een vog verplicht stelden, ondervonden soms weerstand. "Oude trainers voelen zich op hun ziel getrapt als we ze na twintig jaar vragen om zo'n papiertje te halen", zegt de vertrouwenscontactpersoon van een schaatsclub in Wageningen. De club zette niettemin door. "Je slaat jezelf voor de kop als er iets gebeurt en je hebt het niet proberen te voorkomen."

Twee verenigingen die in het onderzoek zijn benaderd, geven aan dat ze wel eens met seksueel overschrijdend gedrag te maken hebben gehad. Misbruik wordt volgens Olfers vaak niet gemeld. Soms duurt het jaren voor iemand erover durft te praten.

Ongeveer twee derde van de ondervraagde verenigingen heeft een onafhankelijke vertrouwenspersoon om misstanden bij te melden.

Advertentie via Ster.nl