'Huisartsen worstelen dagelijks met doorverwijzen patiënten'
Huisartsen hebben forse problemen met het doorverwijzen van kwetsbare patiënten naar andere zorginstellingen. Daarbij gaat het om ouderen die dementeren, psychiatrisch patiënten, chronisch zieken en kinderen met psychiatrische problemen. Soms lukt het doorverwijzen helemaal niet, andere keren alleen met veel moeite.
Dat blijkt uit een rondvraag van de huisartsenactiegroep Het Roer Moet Om, waarbij naar eigen zeggen 8400 van de 11.800 Nederlandse huisartsen zijn aangesloten. Ruim 2000 huisartsen hebben de vragenlijst ingevuld. Gemiddeld hadden de geënquêteerde huisartsen in de week voor ze ondervraagd werden zes patiënten die niet of nauwelijks doorverwezen konden worden.
Het Roer Moet Om noemt een reeks oorzaken voor de problemen. Die variëren van personeelsgebrek bij zorginstellingen, bureaucratie, en het doorschuiven van patiënten tot discussies over verantwoordelijkheden en competenties. Het resultaat is volgens de actiegroep dat een grote groep patiënten niet of niet tijdig de zorg krijgt die nodig is.
GGZ-instellingen
De uitkomsten betekenen volgens Het Roer Moet Om dat wekelijks duizenden patiënten niet of niet tijdig verwezen kunnen worden naar gespecialiseerde zorg, en dus niet de juiste zorg krijgen. De problemen met het doorverwijzen kostten de huisartsen in de onderzoeksperiode gemiddeld drie uur extra.
Ruim driekwart van de deelnemende huisartsen had in de onderzoeksperiode problemen met doorverwijzingen naar GGZ-instellingen en ziekenhuizen. De helft stuitte op problemen bij verwijzingen naar thuiszorg en verpleeghuizen. Bij het doorsturen van patiënten naar de jeugdzorg ondervond bijna een derde van de huisartsen die de vragen beantwoordden problemen, een kwart had moeite met het verwijzen naar de verslavingszorg.
De huisartsen uit het onderzoek waren de meeste extra tijd kwijt aan het doorverwijzen van patiënten naar verpleeghuizen. Daarna volgt de thuiszorg.
'Stille ramp'
Het Roer Moet Om kwalificeert de problemen rond het doorverwijzen als "stille ramp", omdat ze buiten de spreekkamer nauwelijks bekend zijn.
De actiegroep wil dat alle betrokken partijen - zorgverleners, zorgverzekeraars, de politiek, de wetenschap, patiënten - maatregelen bedenken om de samenhang terug te brengen in het zorgsysteem. Zorgverleners zouden dan meer, beter en makkelijker kunnen gaan samenwerken.
Het Roer Moet Om biedt vandaag de resultaten van de enquête, een boekje met ervaringen van huisartsen en een pamflet, aan de Tweede Kamer aan. Op 14 december organiseert de groep een debat met betrokkenen om concrete maatregelen te formuleren om de problemen op te lossen. Die worden dan nog voor het Kerstreces aangeboden aan de ministers Bruins (Medische Zorg) en De Jonge (Volksgezondheid).