Meeste vakbonden verliezen leden, maar bij deze stijgen ledenaantallen juist
Het aantal mensen dat lid is van een vakbond daalt. In 2019 hadden de bonden 100.000 leden minder dan in 2017. Het ledenaantal loopt al tien jaar terug. Dat blijkt uit cijfers van het CBS. Toch is het niet alleen maar kommer en kwel, in sommige sectoren groeit het aantal leden juist.
Dat is ook het geval bij de Vakcentrale voor Professionals (VCP). Daar steeg het aantal leden van 151.200 in 2017 naar 163.500 in 2019. Bij de VCP zijn zo'n vijftig verschillende vakverenigingen aangesloten, waaronder vakbond De Unie, de Vereniging Nederlandse Verkeersvliegers en de politievakbond ACP.
Vicevoorzitter van VCP Gerrit van der Kamp vertelt erover. "De VCP is een relatief kleine vakcentrale die niet is gefuseerd zoals de FNV. Wij richten ons ook op andere onderwerpen. Zo willen we vooral een inhoudelijke bijdrage leveren aan het vak in plaats van het afsluiten van cao's of pensioenakkoorden."
Persoonlijke aanpak en focus op jongeren
Die andere aanpak lijkt zijn vruchten af te werpen. Zo werkt de FNV-afdeling op Schiphol de afgelopen 3 tot 4 jaar hard aan een meer persoonlijke benadering bij KLM. "We gaan het niet meer voor de leden doen. We gaan de mensen begeleiden begeleiden zelf sterk te worden", zegt Joost van Doesburg, campagneleider Schiphol bij FNV.
De eerste stap in deze aanpak is een huisbezoek. Dan wordt bekeken wat er bij een lid op de werkvloer mis is. Vervolgens brengt FNV mensen met elkaar in contact, "zodat ze zich samen kunnen inspannen en sterker staan als ze samen naar de baas gaan", legt van Doesburg uit. Dat geeft een krachtiger gevoel en leden voelen zich ook meer betrokken bij de vakbond. "Ze vragen niet-leden eerder waarom ze nog geen lid zijn", zegt hij.
We zien dat de maatschappij verandert en dat de jeugd andere behoeftes heeft.
Bij BOA ACP - de belangenbehartiger voor boa's die onderdeel is van de politievakbond - kwamen er dit jaar al 300 nieuwe leden bij. Dat komt volgens voorzitter Richard Gerrits doordat ze bewust andere dingen aanbieden dan de traditionele vakbonden. Zo zijn ze minder gericht op cao-onderhandelingen en zetten ze in op thema's als vitaliteit en een leven lang leren.
Ook is BOA ACP een vacaturebank gestart en worden leden geholpen met om- en bijscholing. "We zien dat de maatschappij verandert en dat de jeugd andere behoeftes heeft. Zij willen meer zorg voor het individu en niet alleen maar actievoeren en staken. Wij zijn meer van overleg en zien staken echt als een laatste redmiddel", zegt Gerrits.
Jongeren voor iedereen lastig te bereiken
Het lijkt een goede zet om te proberen jongeren aan te spreken. Want juist deze groep is voor de traditionele vakbonden lastig te bereiken. De afname van het aantal leden was in de categorie tot 25 jaar dan ook het grootst, het ledental daalde met 29 procent.
Dat beeld herkent Niels Jansen, arbeidsjurist aan de Universiteit van Amsterdam gespecialiseerd in vakbonden. "Jongeren die net beginnen aan hun eerste baan zijn nog niet zo gebonden aan een bedrijf of een bepaalde sector. Ze zijn daardoor ook minder geneigd om te willen investeren in een vakbond."
Jansen ziet ook dat de situatie voor vakbonden anders is dan vroeger. "Toen groeide je op met het idee dat als je ging werken je je zou aansluiten bij een vakbond." Dat veel jongeren dat nu niet meer doen, kan volgens hem problematisch zijn voor de vakbonden. "Als een bepaalde groep werkenden binnen de organisatie te weinig gehoord wordt, kan je je afvragen of de vakbond de belangen van iedereen nog wel kan vertegenwoordigen."
Het lastige met losse groepen is alleen dat het vaak onduidelijk is wie de woordvoerder is en voor welke achterban die spreekt.
Vakbonden hebben niet alleen moeite met het bereiken van jongeren, ze hebben ook niet langer het alleenrecht op stakingen en protesten. Zo zijn de boerenprotesten en de lerarenstakingen voorbeelden van acties die buiten de vakbonden om werden georganiseerd. Dat gebeurt dan bijvoorbeeld via internet, waar mensen zich in Facebookgroepen verzamelen. Ze organiseren daar demonstraties en kunnen hun frustraties en problemen uiten.
Zo zag het boerenprotest eruit:
"Er zijn natuurlijk verschillende manieren om je ontevredenheid te uiten. Dat kan via een vakbond, maar dat hoeft niet. Het lastige met losse groepen is alleen dat het vaak onduidelijk is wie de woordvoerder is en voor welke achterban die spreekt", zegt Jansen.
Waarom de protesten van de afgelopen tijd zich vaak buiten de vakbonden om ontwikkelden weet hij niet. "Maar uit de CBS-cijfers blijkt dat de helft van mensen er gewoon nog niet over heeft nagedacht om lid te worden van een vakbond. Het is misschien dus niet eens een bewuste keuze."