Mertens passeert Maradona, De Vrij helpt Inter terug in de race

Liverpool en Napoli hebben zich een prima uitgangspositie verschaft in groep E van de Champions League. Liverpool won met 4-1 van Racing Genk, Napoli versloeg in een spectaculair duel Red Bull Salzburg met 3-2.

De titelhouder, waar Mo Salah na een lichte blessure terugkeerde in de basis, kende een droomstart. Binnen twee minuten opende Alex Oxlade-Chamberlain de score met een bekeken schuiver.

Na al twee waarschuwingen te hebben uitgedeeld, kwam Genk zowaar op 1-1 via aanvoerder Mbwana Samatta. De op het oog zuivere kopbal van de Tanzaniaan werd echter geannuleerd, tot verwondering van velen.

Na enkele minuten gaf de VAR echter uitsluitsel: Junya Ito stond in aanloop naar de treffer een halve teen buitenspel.

Genk bleef aandringen en had misschien recht op de gelijkmaker, maar opnieuw Oxlade-Chamberlain zorgde met een heerlijk, subtiel schot met buitenkantje rechts voor 0-2.

In de slotfase deden Sadio Mané en Salah ook nog een duit in het zakje, voordat Stephen Odey de Belgische eretreffer liet aantekenen.

Napoli

Bij RB Salzburg-Napoli werd de aandacht opgeëist door twee geboren goalgetters. Erling Braut Håland, al vier keer trefzeker in twee duels in de Champions League, gaf na acht minuten zijn visitekaartje af namens de Oostenrijkers. Het Noorse wonderkind stond echter buitenspel en dus ging de treffer niet door.

Dat bood Dries Mertens de kans om de aandacht voor zich op te eisen. De Belg knalde snoeihard raak bij de eerste paal en maakte zo zijn 115de goal voor Napoli, een evenaring van het totaal van Diego Maradona.

Kort voor rust mocht Håland van elf meter toch zijn vijfde goal in deze campagne maken, maar het zou de avond van Mertens worden.

De kleine Belg zorgde met een schuiver voor de 1-2 (en liet zodoende Maradona achter zich), waarna ook Håland zijn tweede van de wedstrijd mocht binnenkoppen. De feestmars na de tweede treffer van de Noor klonk echter nog, toen Mertens weer van zich liet spreken en de bal voorgaf op invaller Lorenzo Insigne: 3-2.

In groep F hoefde Barcelona, net als Liverpool, niet lang te wachten op de openingstreffer: na een vloeiende combinatie in de zestien van de Tsjechen schoof Lionel Messi de bal tegen de touwen en zette hij de Catalanen op voorsprong tegen Slavia Praag.

Een eenvoudige avond werd het echter niet voor de Catalaanse ploeg. Jordi Alba mocht zelfs van geluk spreken dat hij nog op het veld mocht blijven staan. Hij deelde voor de ogen van scheidsrechter een vuistslag uit en kwam goed weg met geel.

De frustratie van de linksback had wellicht te maken met de kansen die Barcelona toestond aan de thuisploeg. Doelman Marc-André ter Stegen onderscheidde zich weer eens met een paar fabuleuze reddingen; vooral zijn parade op een schot van Peter Olayinka was van grote schoonheid.

Kort na rust kreeg Slavia toch de verdiende gelijkmaker. Linksback Jan Boril dook op in de punt van de aanval en punterde de 1-1 tegen de touwen.

De Tsjechen wilden meer, maar zagen hoe een inzet van Luis Suárez met een flinke dosis geluk bij de tweede paal binnenviel.

Voor Suárez zou het zijn eerste uitdoelpunt in de Champions League in vierenhalf jaar zijn geweest, ware het niet dat de bal via de borst van Olayinka in het doel beland bleek te zijn. Zodoende kreeg de Nigeriaan de treffer op zijn naam.

Inter terug in de race

Bij Internazionale, dat slechts een punt had na twee duels, speelde Stefan de Vrij een hoofdrol in de belangrijke zege op Borussia Dortmund.

Met De Vrij in het hart van de defensie gaf Inter vrijwel geen kansen weg en bovendien zorgde de oud-Feyenoorder met een schitterende dieptepass voor de assist op de eerste treffer van de avond.

Lautaro Martínez schatte de pass van De Vrij op waarde en rondde bekwaam af. Tien minuten later mocht Martínez zelfs een strafschop nemen, maar hij schoot recht op doelman Roman Bürki en verzuimde de score te verdubbelen.

In de slotfase maakte Antonio Candreva toch aan alle onzekerheid een einde: 2-0.