New York - Sydney non-stop: 16.000 km in 19 uur, inclusief de macarena
Een bemanning en passagiers die constant worden doorgelicht, wetenschappelijk verantwoorde trucjes om de jetlag tegen te gaan en voldoende kerosine om de eindbestemming te halen: welkom aan boord van de eerste non-stop vlucht van New York naar Sydney.
De Australische luchtvaartmaatschappij Qantas maakte de reis, 16.200 kilometer in 19 uur en 16 minuten, om te kijken of dergelijke vluchten haalbaar zijn, en hoe de reis kan worden verlicht voor passagiers en bemanning. Vanochtend landde de Boeing Dreamliner veilig op de luchthaven van de Australische stad, met nog voor 70 minuten brandstof aan boord, "ruim voldoende".
"We zijn echt heel blij over het verloop van de vlucht", zei de gezagvoerder bij aankomst. "Het is prachtig dat de gegevens die we nu verzamelen gebruikt worden om te kijken of dit een reguliere vlucht kan worden."
Qantas-directeur Alan Joyce, die aan boord was, noemde de vlucht "historisch voor Qantas, voor de Australische luchtvaart en voor de luchtvaart in het algemeen". "We gaan mensen vragen wat ze ervan vonden, wat werkte en wat niet en we zullen gaan meten wat het oplevert."
Hersenactiviteit en urinemonsters
Voor deze testvlucht had de Dreamliner, met ruimte voor 236 passagiers, maar vijftig mensen aan boord. Onder hen een team van vier piloten, zes andere bemanningsleden, journalisten en zes passagiers die waren uitgenodigd hun reguliere vlucht naar Australië om te boeken.
Daarnaast was er geen lading aan boord, zodat er zo veel mogelijk brandstof kon worden meegenomen.
Bemanning en passagiers werden onderweg constant gemonitord om te kijken wat het effect van de superlange vlucht was. De hersenactiviteit van de piloten werd constant gemeten, met urinemonsters werd hun melatoninespiegel geregistreerd (dat hormoon heeft invloed op het slaapritme) en voor, tijdens en na de vlucht moesten passagiers spelletjes spelen om het effect op hun reactietijd vast te stellen.
De beweging was uitstekend. Ik kwam redelijk verkwikt terug.
Jetlag werd actief bestreden met verschillende handigheidjes. Hoewel de vlucht om 21.00 uur uit New York vertrok, bleef de verlichting fel, omdat het in Sydney op dat moment al in middag was. Een lichte en pittige lunch moest de inzittenden wakker houden. Ook beweging (zoals een gezamenlijke macarena) moest de bloedsomloop van de reizigers op gang houden.
"Ik denk dat de verlichting wel werkte", zegt een passagier tegen een meereizende journalist van de Sydney Morning Herald. "De beweging was uitstekend. Ik kwam redelijk verkwikt terug."
Een tweede maaltijd moest iedereen juist slaperiger maken: een zoete-aardappelsoep vol koolhydraten en een machtige panna cotta. "Samengesteld om ons in slaap te krijgen. Net als de meeste passagiers was ik rond het negende uur vertrokken", schrijft verslaggever Patrick Hatch.
Bij de landing blijkt het allemaal te hebben gewerkt. "Ik dacht dat ik vermoeider zou zijn, maar ik voel me best fris", zegt een passagier tegen Hatch. De journalist merkt zelf op dat de vlucht drie uur sneller was dan heen, en zonder slopende overstap in LA.
De komende dagen worden de effecten van de vlucht bij iedereen nog in de gaten gehouden. "Door dit onderzoek weten we wat we nog kunnen verbeteren", legt Qantas-baas Joyce uit. "Ultralange vluchten gaan gepaard met nieuwe uitdagingen, maar dat gold ook voor eerdere technologische verbeteringen waardoor we verder konden vliegen."
Er volgen nog twee testvluchten, waaronder een van Londen naar Sydney. Eind dit jaar zal Qantas besluiten of de vluchten haalbaar zijn. Uiterlijk 2023 moeten er dan reguliere vluchten zijn van Londen en New York naar Sydney, Melbourne en Brisbane.