Slechthorenden en doven snappen kampen vaker met gezondheidsproblemen
NOS NieuwsAangepast

Doven en slechthorenden minder gezond door gebrekkige medische communicatie

Doven en slechthorenden begrijpen niet genoeg van medisch advies, waardoor zij vaak kampen met een slechtere gezondheid. Dat stelt de kinderarts en taalkundige Anika Smeijers, die jarenlang promotieonderzoek deed naar de hulpverlening aan doven en slechthorenden. Vandaag promoveerde ze aan het LUMC in Leiden.

Smeijers stelt dat doven en slechthorenden vaker kampen met lichamelijke gezondheidsproblemen als hart- en vaatziekten, obesitas en een hoge bloeddruk. Dat komt onder andere door slechte communicatie met de arts, waardoor doven en slechthorenden met verkeerde of incomplete informatie thuiskomen na een afspraak bij de dokter.

Slechtere psychische gezondheid

"Uit het onderzoek blijkt bovendien dat slechthorenden aangeven vaker een slechtere psychische gezondheid te hebben en vaker kampen met bijvoorbeeld een burn-out", vertelt Smeijers. Bij doven is dat niet zo.

En hoewel het bij speculeren blijft, heeft de kinderarts wel een idee hoe dat komt. "Het moment dat het onderzoek startte, dus een paar jaar geleden, was er een heel uitgebreid en uniek netwerk van psychische hulp voor doven in Nederland", vertelt ze. "De effectiviteit daarvan is nooit onderzocht, maar het is goed mogelijk dat doven minder psychische problemen hebben door de hulp die zij toen kregen."

Aan het onderzoek hebben 274 mensen meegedaan: 88 doven en 186 slechthorenden. Zij hebben verschillende vragenlijsten moeten invullen, waaronder een over hun kwaliteit van leven.

Volgens de onderzoekster en kinderarts is er op dit moment onvoldoende medische patiënteninformatie beschikbaar in gebarentaal. Ook dat moet volgens haar veranderen. "Ik denk dat we een onafhankelijk expertisecentrum nodig hebben dat toegankelijke informatie geeft aan doven en slechthorenden. Dat zou makkelijk kunnen, want het zijn geen dure oplossingen. Het is geen genetisch onderzoek waar je miljoenen voor nodig hebt."

Op dit moment is er volgens Smeijers niet genoeg aandacht voor het probleem en is er daarom onvoldoende financiering beschikbaar om daar verandering in te brengen.

Andere groepen, zoals kinderen met het down-syndroom, krijgen al specialistische hulp. Voor doven en slechthorenden is dat er nu niet.

Anika Smeijers

Smeijers heeft bij haar onderzoek gebruikgemaakt van een vragenlijst die in soortgelijk onderzoek bij etnische minderheidsgroepen wordt gebruikt. Ze vergelijkt de situatie van doven en slechthorenden dan ook met die groepen. "Ook daar is de communicatie moeilijk en zij missen ook kennis over medische zaken, doordat ze in sociale situaties niet kunnen meepraten. Kennis van ziektebeelden als depressie en migraine ontbreekt dan ook."

Hoewel het onderzoek vooral gericht is op volwassenen, hoopt Smeijers op den duur een polikliniek te openen voor dove en slechthorende kinderen. "Andere groepen, zoals kinderen met het down-syndroom, krijgen al specialistische hulp. Voor doven en slechthorenden is dat er nu niet", vertelt Smeijers. "Ik wil als kinderarts beginnen bij de basis: als kinderen een goede gezondheid hebben, hebben ze daar de rest van hun leven profijt van."

Maar wat moeten we ons bij zo'n polikliniek voorstellen? "In ieder geval een plek waar de hulpverleners kennis hebben van gebarentaal. Dat hoeft niet vloeiend te zijn", zegt de kinderarts. "En tijdens spreekuren moeten tolken en pedagogische medewerkers aanwezig zijn die doven en slechthorenden uitleg kunnen geven."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl