Te vroeg geboren kinderen houden veel langer achterstand dan gedacht
Kinderen die te vroeg worden geboren hebben daar op latere leeftijd veel langer last van dan gedacht. Zelfs in de puberteit merken ze daar nog de gevolgen van. Tot die conclusie komt Sabrina Twilhaar van de Vrije Universiteit in Amsterdam in een onderzoek waarop ze vandaag promoveert.
"Die kinderen hebben meer moeite om op school mee te komen", vertelt Twilhaar in het NOS Radio 1 Journaal. "Ze hebben gemiddeld een lagere intelligentie en ze hebben vaker last van sociale problemen en aandachtsproblemen."
De schade ontstaat omdat de hersenen in de laatste drie maanden van de zwangerschap een belangrijke ontwikkeling doormaken, die bij vroeggeboorte dus wordt verstoord. "Een kindje wordt dan geboren met een lichaam dat nog lang niet klaar is om blootgesteld te worden aan de wereld buiten de baarmoeder", legt Twilhaar uit. "Daardoor is het kwetsbaar voor infecties en complicaties, dat heeft een ongunstig effect op de hersenontwikkeling en kan zelfs leiden tot hersenschade."
Voorkomen dat kinderen veel te vroeg worden geboren zou dus het gunstigste scenario zijn, maar dat is nog niet mogelijk. Het aantal vroeggeboorten neemt nog niet af en steeds meer vroeggeboren kinderen blijven in leven. Toch is er wel iets te doen aan de problemen, denkt Twilhaar. "Heel belangrijk is dat we veel beter in staat zullen zijn te voorspellen welke kinderen problemen krijgen en welke niet. Binnen de groep te vroeg geboren kinderen zijn er heel grote verschillen."
"Op dit moment kunnen we eigenlijk helemaal niet voorspellen welke kinderen ontwikkelingsproblemen zullen ervaren. Als we dat beter kunnen, kunnen we die kinderen beter in de gaten houden en hopelijk problemen eerder signaleren, zodat we tijdig hulp kunnen bieden. Dat kan al voordat ze naar school gaan. Hoe vroeger je de juiste ondersteuning kunt bieden, hoe beter je grote problemen kunt voorkomen."