Vooruitgang bij behandeling buikvlieskanker, mede door Nederlandse deskundigen
Elk jaar krijgen zo'n 3.500 patiënten de diagnose buikvlieskanker. Bijna altijd gaat het om uitzaaiingen van andere kankersoorten, vooral kanker van de dikke darm, maagkanker, alvleesklierkanker en bij vrouwen eierstokkanker. Buikvlieskanker heeft een slechte prognose, al is het beeld de afgelopen vijftien jaar wel gunstiger geworden. Nederlandse artsen en onderzoekers hebben daar een belangrijke rol bij gespeeld en behoren wereldwijd tot de wetenschappelijke voorhoede op dit gebied.
Die ontwikkeling is begin deze eeuw begonnen toen twee Amsterdamse chirurgen een experimentele behandeling uit de Verenigde Staten naar Nederland haalden. Die behandeling houdt in dat bij een grote operatie, waarbij de patiënt van borstbeen tot schaambeen opengaat, alle kankercellen worden verwijderd die zichtbaar zijn. Daarna wordt er tot 42 graden verhitte chemotherapie de buik van de patiënt ingepompt. Na anderhalf uur gaat die er weer uit en wordt de patiënt dichtgemaakt.
"Het getuigde van visie om die zogenoemde HIPEC-behandeling naar Nederland te halen", zegt oncologische chirurg Ignace De Hingh van het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven. Hij is ook hoogleraar aan het Academisch Ziekenhuis Maastricht waar hij vrijdag zijn oratie houdt. Die dag vindt er ook een congres plaats over buikvlieskanker.
Verlenging leven
"Die Amsterdamse chirurgen hebben destijds als eerste een effectiviteitsstudie gedaan. Dat doen wij in Nederland graag, meteen een nette studie om te kijken welk effect een behandeling heeft. Dat effect bleek aanzienlijk te zijn. De tumorcellen kunnen heel slecht tegen zo'n gerichte chemo-behandeling en tegen die verhitte chemo."
De gemiddelde overleving nam drie jaar toe voor patiënten met dikke darmkanker die naar het buikvlies is uitgezaaid. "En de kwaliteit van leven is na een herstelperiode van zes tot twaalf weken goed", zegt De Hingh. Voor vrouwen met naar het buikvlies uitgezaaide eierstokkanker is het effect zelfs nog iets gunstiger.
Naar de effectiviteit van de behandeling bij naar het buikvlies uitgezaaide maagkanker loopt nu een studie. "Onze hoop is dat we in dat geval de overleving kunnen verlengen van drie naar twaalf maanden." Voor patiënten met alvleesklierkanker die is uitgezaaid naar het buikvlies biedt de behandeling met verhitte chemo geen soelaas. "Die tumorcellen blijven waanzinnig agressief", zegt De Hingh.
Er werd lange tijd weinig onderzoek gedaan naar buikvlieskanker. Dat is volgens De Hingh waarschijnlijk het gevolg van de sombere vooruitzichten voor de patiënt die bij de diagnose hoorden. "Maar door die studie waaruit de effectiviteit bleek van de HIPEC-behandeling met verhitte chemo, is er bij onderzoekers meer enthousiasme ontstaan om zich hierop te storten."
Chemo in gasvorm
Dat heeft geleid tot verschillende andere mogelijke nieuwe behandelingen. In een kleine studie is intussen geëxperimenteerd met het onder hoge druk toedienen van chemo in gasvorm, zodat die zich daarna beter verspreidt in de buikholte. Als de chemo op de klassieke manier wordt gegeven, via een infuus, dan komt die overal in het lichaam terecht, met veel bijwerkingen, maar niet goed in het buikvlies. Dat komt omdat het buikvlies weinig doorbloed is.
"In die kleine studie is gebleken dat deze behandeling veilig is voor patiënten en medewerkers", vertelt De Hingh, "maar nu moeten we een veel grotere studie gaan doen om te kijken of het ook goed werkt en hoe het vervolgens met de kwaliteit van leven van patiënten zit. Het is nog niet gelukt om daarvoor voldoende patiënten en ziekenhuizen te vinden."
Gel
In samenspraak met De Hingh heeft de TU Eindhoven een speciale gel ontwikkeld die als het ware geladen kan worden met chemotherapie. Vervolgens kan die gel in de buikholte van patiënten met buikvlieskanker ingebracht worden.
"Chemo die we op andere manieren toedienen zit altijd maar heel kort in de buik. Die gel zorgt ervoor dat het er veel langer aanwezig blijft. De chemo komt via gereguleerde afgifte vrij. We gaan nu in het Academisch Ziekenhuis Maastricht beginnen met dierproeven om te zien of het werkt."