Japanse ploeg in transitie, maar: 'Kansen Oranje zijn op zijn best 50-50'
De WK-finalist van 2015 tegen het team dat vier jaar geleden in de achtste finales juist door Japan werd uitgeschakeld; op het eerste oog lijkt de krachtsverhouding tussen Japan en Nederland niet in het voordeel van Oranje. Maar in de vier jaren sinds die ontmoeting in Canada is veel gebeurd.
Waar Lieke Martens en consorten verder bouwden aan een vaste en veelbelovende ploeg die onder meer de Europese titel voor zich opeiste, was Japan, in 2011 zelfs nog wereldkampioen, zoekende. Met als dieptepunt het mislopen van de Olympische Spelen van 2016.
Vallen en opstaan
"Het leeuwendeel van de ploeg die de finale haalde in 2015, liep op zijn laatste benen en is na dat WK gestopt", aldus Frank Wielaard, die vanavond voor de NOS samen met Arman Avsaroglu het radiocommentaar verzorgt bij Nederland-Japan.
"Ze proberen nu weer op dezelfde manier te spelen als toen, maar in de tussentijd hebben ze van alles geprobeerd om het anders te doen. Dat ging met vallen en opstaan. Het was een zoektocht met wie en op wat voor manier ze moesten spelen, onder een nieuwe bondscoach."
"Dat heeft een jaar of drie geduurd. Ze zitten nu in de afrondende fase; je ziet weer de contouren van het Japan zoals het in 2015 en 2011 was."
Illustratief voor de verschillende trajecten die Oranje en Japan de voorbije jaren aflegden, is het aantal basisspeelsters dat zowel in de achtste finales van het WK van vier jaar geleden als tijdens de laatste groepswedstrijd van het lopende WK in Frankrijk op het veld stond: zeven tegenover twee.
Dat aantal groeit aan Nederlandse zijde bovendien naar acht, als Stefanie van der Gragt weer fit is en haar basisplaats terugkrijgt ten koste van Dominique Bloodworth.
Ontregelen
"Nederland is doorgegroeid, waar Japan eigenlijk opnieuw is begonnen", aldus Wielaard. "En toch zitten ze nu weer ongeveer op hetzelfde niveau, wat veel zegt over de kracht van Japan."
Een van de dingen die Japan goed kan, is de opbouw van de tegenstander volledig ontregelen. Wielaard: "Op bepaalde momenten dusdanig druk zetten dat de tegenstander daarvan in paniek raakt."
"Dat lukt dit WK soms wel, maar soms ook helemaal niet en dan loop je er zo doorheen. Als het wel lukt, kunnen ze van iedereen winnen, als het niet lukt, worden ze verslagen."
Scoren gaat moeilijk
Zoals tegen Engeland (2-0 nederlaag) gebeurde. In dat duel kwam tevens een ander manco nadrukkelijk naar voren: het gebrek aan scorend vermogen. Een 1-0 achterstand staat voor de Aziaten bijna synoniem aan een nederlaag.
"Ze kunnen heel goed tiki-taka spelen, maar twintig meter van het doel stokt het", weet Wielaard. "Iemand die in de zestien bereikt kan worden en alles tussen de palen schiet, hebben ze niet."
Het verjongde Japan heeft het vizier al nadrukkelijk gericht op de Olympische Spelen in Tokio. Daar moet volgend jaar voor eigen publiek een medaille worden behaald.
Toch schat de Wielaard de kansen voor Oranje op 50-50. "Op zijn best. Het valt mij op dat mensen wel heel optimistisch zijn over de kansen van Nederland. Ik denk dat ze zich heel erg vergissen in hoe goed Japan kan zijn. Als zij doen wat zij goed kunnen, zijn zij wereldtop. Wij moeten dat nog maar laten zien."