Nederland koploper zuinig antibioticabeleid, strenge infectieprotocollen
In Noordwijk vindt deze week een tweedaagse ministersconferentie plaats over antibioticaresistentie. Het Nederlandse beleid is toonaangevend in de wereld. Delegaties uit allerlei landen reizen hierheen om kennis te maken met de Nederlandse aanpak. En Nederlandse microbiologen en infectiologen reizen geregeld naar het buitenland om te praten over het voorkomen van ongevoeligheid voor antibiotica.
Nergens in de westerse wereld worden zo weinig antibiotica voorgeschreven en gebruikt als in Nederland. Dat geldt voor huisartsen, tandartsen en in ziekenhuizen. Hoe minder antibiotica je gebruikt, des te kleiner de kans op antibioticaresistentie. Die verspreidt zich door het gebruik van antibiotica.
Een patiënt met een infectie wordt behandeld met een bepaald antibioticum. Dat doodt alle bacteriën die gevoelig zijn voor de werking van het middel. Maar bacteriën die ongevoelig zijn voor het middel blijven leven en kunnen zich daarna ongehinderd voortplanten, zonder de aanwezigheid van concurrerende bacteriën.
Daarom is het van belang om niet alleen zo min mogelijk antibiotica voor te schrijven, maar ook zo gericht mogelijk antibiotica te geven die passen bij de bacterie die bestreden moet worden.
Infectiepreventiebeleid
Toch worden er in ziekenhuizen patiënten opgenomen met bacteriën die op vrijwel geen enkel middel meer reageren en die eigenlijk koste wat het kost buiten de deur moeten worden gehouden. Dan draait het om een goed infectiepreventiebeleid: voorkomen dat zo'n bacterie zich verspreidt in het ziekenhuis. Dat gaat in Nederland doorgaans goed.
Emeritus hoogleraar microbiologie Jan Verhoef geldt als een van de architecten van het Nederlandse beleid. In het NOS Radio 1 Journaal legde hij uit waarom dat zo goed werkt. "Wij hebben vanaf de opkomst van die resistente bacteriën, zo'n veertig jaar geleden, het probleem meteen serieus genomen. In die tijd ging het vooral om MRSA, de klassieke ziekenhuisbacterie die resistent is tegen een heel goed antibioticum dat meticilline heet." MRSA kan zeer ernstige infecties veroorzaken.
Verhoef had de MRSA tien jaar eerder, in 1969, voor het eerst gezien, maar toen veroorzaakte de bacterie maar heel weinig infecties en hij verspreidde zich ook nauwelijks. In 1980-1982 veranderde dat ineens. Verhoef zag toen patiënten met MRSA in zijn eigen ziekenhuis, het UMC Utrecht. "Dat ging om Iraanse soldaten die slachtoffer waren geworden van gifgasaanvallen tijdens de Iraans-Iraakse oorlog. Die waren allemaal besmet met die MRSA."
Buiten de deur houden
Een ding stond destijds vast voor Verhoef en het bestuur van het ziekenhuis: die MRSA mocht zich niet vestigen in het UMC Utrecht. "We hebben die patiënten in strenge isolatie opgenomen. Daar mocht niemand bij, behalve het zorgpersoneel, maar dat was dan helemaal beschermd." De aanpak was succesvol en na een paar maanden konden de soldaten zonder MRSA terug naar Iran.
Twee jaar later deed zich in het Utrechtse ziekenhuis een uitbraak van MRSA voor. "Toen hebben we besloten protocollen te schrijven hoe je dat het beste aanpakt. Isolatie van de patiënten, beschermende maatregelen voor het personeel, eventueel opnamestops en mensen die uit het buitenland kwamen werden vanaf dat moment in quarantaine gehouden tot bleek dat ze geen MRSA bij zich hadden." Dat bleek een effectieve aanpak.
Eigenlijk gaat het nu nog net zo. En dan niet alleen voor MRSA, maar ook voor andere bacteriën die voor heel veel of (vrijwel) alle antibiotica resistent zijn. Die konden op vergelijkbare wijze aangepakt worden als de MRSA en zijn daarom ook goed onder controle.
Wereldwijd in gebruik
"Aanvankelijk werd in de wereld meewarig gekeken naar die protocollen, men vond dat je die resistente bacteriën maar moest accepteren. Maar daar wordt intussen in bijvoorbeeld de Verenigde Staten waar ze een enorm probleem hebben met MRSA en andere bacteriën toch echt wel anders over gedacht."
De Amerikaanse overheid heeft de Nederlandse aanpak overgenomen. De Nederlandse protocollen worden nu in de hele wereld gebruikt, aldus Verhoef.
Desondanks komen in veel landen MRSA en andere zeer resistente bacteriën nog veel voor, bijvoorbeeld in de VS, India, Spanje, Griekenland en Italië. In die landen, zegt Verhoef, is het niet zo eenvoudig om het probleem van de antibioticaresistentie weer enigszins onder controle te krijgen. "Wij hebben het vanaf het begin onder controle gehouden met onze aanpak. Die andere landen niet. Dan wordt het veel moeilijker om er greep op te krijgen."