CPB-directeur Laura van Geest
NOS Nieuws

Lage rente blijft hoog risico voor Nederlandse economie

De risico's voor het Nederlandse financiële stelsel zijn het afgelopen jaar niet echt afgenomen, terwijl de economie er wel iets minder gunstig voorstaat. Dat concludeert het Centraal Planbureau in de jaarlijkse rapportage over de financiële risico's in Nederland. Sinds de financiële crisis maakt het CPB jaarlijks een inschatting van de situatie en brengt daarover verslag uit aan de Tweede Kamer.

Het ziet er nog steeds naar uit dat de rentes in de eurozone de komende tijd laag blijven, en dat kan tot problemen leiden, onder meer bij pensioenfondsen en verzekeraars. Deze instellingen beheren grote sommen geld.

Zo zorgt een lage rente ervoor dat pensioenfondsen sneller moeten korten. Levensverzekeraars, die de gemiddelde levensverwachting zien toenemen, kunnen er slechter voor komen te staan als ze door de lage rente onvoldoende inkomsten hebben om die groeiende kosten bij te benen.

Risicovolle schulden

Ook zijn de zorgen over schulden nog niet weg. Bij een lage rente is het relatief gunstig om te lenen. Maar het houdt ook een risico in: want als de rente uiteindelijk weer omhoog gaat, dan kunnen de stijgende kosten die daarmee gepaard gaan voor sommige bedrijven of instellingen een zware dobber worden.

Ondertussen is de economische groei na de bloei van afgelopen jaren weer wat aan het afnemen. Dat geldt voor de hele eurozone, en ook voor grootmachten als de VS en China. Daardoor kunnen tegenslagen minder goed verwerkt worden. Daarbij komt dat de centrale banken niet veel mogelijkheden hebben om in te grijpen, behalve de rente nog even laag te houden.

Ook belangrijke politieke risico's in het buitenland zijn niet verdwenen. Zo is het handelsconflict tussen de VS en China afgelopen jaar uitgegroeid tot een handelsoorlog, is de onzekerheid rond een eventuele brexit niet weggenomen en blijft Italië de EU kopzorgen geven. De overheidsschuld blijft er toenemen, terwijl het er niet naar uitziet dat de economie in Italië flink zal groeien.

Machtige tussenschakels

Verder zoomt het CPB dit jaar in op een heel specifiek risico: dat van de niet heel breed bekende 'centrale tegenpartijen'. Deze Central Clearing Parties (CCP's) zijn een soort tussenschakel tussen twee handelende partijen, en kunnen bescherming bieden in het geval dat een van de twee failliet gaat. Het gaat dan niet om handel in goederen, maar om specifieke financiële producten: effecten en derivaten.

Een voorbeeld: bedrijf A koopt voor 100.000 euro zo'n financieel product van partij B. Daar sluiten ze dan een contract voor af. Het geld is dan nog niet overgemaakt. Het kan daarom gebeuren dat na het tekenen van het contract een van beide partijen failliet gaat nog voor er is betaald.

De andere partij moet dan een nieuwe koper of verkoper zoeken en zal dan waarschijnlijk noodgedwongen een slechtere deal sluiten. Vaak zijn A en B verplicht zich tegen dit risico in te verzekeren.

Dat kan door middel van 'clearing'. Dan wordt er afgesproken dat de gedupeerde partij voor dezelfde inleg een nieuw contract kan sluiten. De kosten daarvoor worden gedekt door de verzekering. Een van de manieren om deze clearing te regelen is via een CCP, een centrale tegenpartij dus. Die neemt dan in ruil voor een vergoeding het risico over.

3,5 biljard dollar

Dat klinkt allemaal misschien onbekend, maar in die handel gaat gigantisch veel geld om, benadrukt CPB-directeur Laura van Geest. In 2017 werd er wereldwijd voor meer dan 3,5 biljard dollar aan dergelijke contracten gecleard.

In principe helpen CCP's om risico's in te dekken, en ze helpen bij het soepel afwikkelen van faillissement van instellingen die in de problemen zijn gekomen. Dat bleek belangrijk tijdens de afgelopen crisis. Maar er zijn ook risico's.

Zo loopt een heel groot deel van deze handel slechts via een handvol CCP's. Dat betekent dat het hele financiële stelsel in grote problemen kan komen als er met eentje iets mis gaat.

Daarnaast zijn financiële instellingen in Europa heel erg afhankelijk van CCP's in het Verenigd Koninkrijk. Dat kan na een brexit problematisch blijken. Op de korte termijn zijn er weliswaar onderling afspraken gemaakt die problemen zullen voorkomen, maar op de langere termijn vraagt het CPB zich af of het wel een goed idee is dat partijen die zo belangrijk zijn voor het financiële verkeer in Europa zich straks dan buiten de grenzen bevinden, waar we er minder greep op hebben.

Depositobank

Tot slot heeft het CPB dit jaar nog gekeken naar iets heel anders: de depositobank, een bank alleen voor sparen en betalen. Het planbureau deed dat omdat er afgelopen jaar veel discussie was ontstaan over de vraag of er niet een bank zou moeten komen waar mensen hun geld kunnen stallen zonder risico te lopen.

Bij een depositobank kun je geld inleggen en zal dat niet risicovol belegd worden, zoals bij commerciële banken. Dat brengt voor klanten vaak hogere kosten met zich mee, maar ze krijgen er zekerheid voor terug. Zo'n bank bestaat in Nederland op dit moment niet.

Het CPB ziet daar binnen de huidige regels nog weinig voordelen van. Zo bestaat er in Europa al een depositogarantiestelsel, waardoor sparen en betalen voor het overgrote deel van de mensen al veilig is, mocht er iets mis gaan met de bank waar ze hun geld hebben gestald. Mocht dat garantiestelsel komende tijd worden afgebouwd, wat overigens niet waarschijnlijk is, dan zou een depositobank misschien interessanter worden.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl