Ipsos-onderzoek: waarom Nederlanders (niet) naar de stembus gingen
Het lijkt erop dat PvdA de grootste is geworden bij de Europese parlementsverkiezingen: de partij zou volgens de exitpoll vijf zetels in het Europees Parlement krijgen. Daarop volgen VVD en CDA met vier zetels, GroenLinks en Forum voor Democratie zouden op drie zetels uitkomen. Wat waren de motieven om te gaan stemmen of juist thuis te blijven?
De opkomst lijkt iets hoger dan bij de vorige verkiezingen in 2014, maar toch zijn er veel Nederlanders die aangeven niet te willen stemmen bij deze verkiezingen. De redenen daarvoor zijn vooral desinteresse en geen vertrouwen in de Europese politiek.
Dat blijkt uit een onderzoek van Ipsos, in opdracht van de NOS. Het onderzoeksbureau vroeg Nederlanders naar hun stemmotieven en hun standpunten over de rol van Nederland in Europa. Hun mening over onder meer een nexit, de euro, een Europees leger en arbeidsmigratie binnen de EU werd gevraagd.
Van de mensen die vandaag niet stemden, geeft 43 procent aan niet te hebben gestemd wegens desinteresse. 27 procent heeft niet gestemd omdat ze geen vertrouwen hebben in de Europese politici. Bijna een derde van de niet-stemmers heeft geen interesse in de politiek in zijn algemeenheid, en ging daarom niet naar het stembureau.
Zeker 9 procent stemt daarnaast uit principe niet. Een andere 9 procent is tegen de Europese Unie, 17 procent denkt dat hun stem er niet toe doet. Ongeveer 14 procent was verhinderd, had geen tijd of was de stempas kwijt.
De mensen die vandaag wél hebben gestemd, hebben niet in meerderheid tegen het beleid van het huidige kabinet gestemd. Er is dus geen duidelijke stem tegen kabinet-Rutte III te zien.
Zeker 49 procent geeft aan dat kabinet-Rutte III niet meespeelt bij de partijkeuze van vandaag. 17 procent zegt vóór het huidige kabinet te hebben gestemd, 29 procent stemde tegen.
Waar hebben de Nederlanders wel specifiek op gelet bij het stemmen? In het onderzoek wordt door 86 procent aangegeven dat de standpunten van de partij in het Europees Parlement bepalend is geweest bij hun stem.
In de vragenlijst van Ipsos werden meerdere thema's voor de Europese verkiezingen besproken. Wij bespreken hieronder de meest opvallende uitkomsten.
Nexit
Zo wil de meerderheid van de ondervraagden, stemmers en niet-stemmers, niet dat Nederland de Europese Unie verlaat. Met de stelling 'Nederland moet uit de Europese Unie stappen' is 65 procent het niet eens, en 15 procent het wel eens. In 2014 wilde 24 procent nog uit de EU stappen.
Een nexit was een van de standpunten van bijvoorbeeld de partijen Forum voor Democratie of PVV. In de cijfers van het onderzoek is wel te zien dat vooral kiezers van die partijen meer voor een nexit zijn: zo wil 44 procent van de PVV-stemmers uit de EU stappen (tegenover blijven: 29 procent) en 36 procent van de FvD-stemmers (tegenover blijven: 31 procent).
Slechts 15 procent van de Nederlanders geeft aan door de discussie over brexit een sterkere voorstander te zijn geworden van een nexit. 60 procent is juist niet een sterkere voorstander geworden.
Arbeidsmigratie
Een ander belangrijk thema in het onderzoek is de arbeidsmigratie binnen de Europese Unie, en dan vooral of deze migratie goed is voor de Nederlandse economie. Daar liggen de meningen onder Nederlanders heel dicht bij elkaar: 29 procent van de ondervraagden vindt dat arbeidsmigratie goed is voor de Nederlandse economie, tegenover 29 procent die vindt dat arbeidsmigratie juist niet goed is.
Gulden
Een ander thema deze verkiezingen was de euro. Is teruggaan in de tijd en de gulden weer invoeren een optie? Volgens de ondervraagde Nederlanders niet. Zeker 62 procent wil de euro behouden en níet terug naar de gulden. 18 procent van de ondervraagden wil wel terug naar de gulden.
Ook dit was een belangrijk punt van de FvD. Zo gaf partijleider Thierry Baudet (vandaag niet verkiesbaar) gisteren nog in een debat met Rutte aan de "euro te willen ontvlechten". Volgens Baudet zou dat geen probleem moeten zijn. Van de FvD-kiezers is 39 procent het met Baudet eens: van die euro moet Nederland af. Dat ligt echter dicht bij het percentage dat niet van de euro af wil: 38 procent.
In het onderzoek werd er ook nog naar de toekomst gekeken. Op welke thema's moet de EU zich de komende jaren concentreren? Met stip op één staat het tegengaan van terrorisme en georganiseerde misdaad (52 procent), gevolgd door het beschermen van het milieu en het klimaat (33 procent) en verminderen van immigratie buiten de EU (30 procent).
Ook het tegengaan van armoede en sociale ongelijkheid (28 procent) en belastingontduiking en -ontwijking door grote bedrijven tegengaan (25 procent) zijn belangrijk.