Koning Albert moet nu toch écht dna afstaan, of het gaat hem veel geld kosten
De Belgische koning Albert II moet een dwangsom betalen zolang hij weigert om zijn dna af te staan voor een vaderschapstest. Het bedrag van 5000 euro per dag gaat als schadevergoeding naar zijn vermoedelijke buitenechtelijke dochter, Delphine Boël, zo heeft het hof van beroep in Brussel bepaald.
In november besloot de rechter in hoger beroep dat Albert een dna-test moet ondergaan, maar dat weigert hij. Nu is hij opgeroepen voor een afspraak met een forensisch expert. Voor iedere dag dat hij dat nalaat, kan Boël dus duizenden euro's tegemoetzien.
De 51-jarige Delphine Boël probeert al jarenlang te bewijzen dat Albert haar vader is en voerde daar meerdere rechtszaken over. Haar moeder zegt dat ze van 1966 tot in de jaren tachtig een verhouding had met Albert, toen hij nog prins was. Ook kwam Albert nog lange tijd bij Delphine Boël op bezoek, maar daar stopte hij mee toen de geruchten over het buitenechtelijke kind aanzwollen.
Prinses
Als na een test blijkt dat Boël inderdaad Alberts kind is, mag ze de naam 'Delphine van België' gebruiken en zich prinses noemen. Ook heeft ze recht op een achtste van de erfenis. De huidige koning Filip nam in een Koninklijk Besluit in 2015 expliciet op dat alle nakomelingen in een rechte lijn van koning Albert II de titel mogen voeren. Boël maakt echter geen aanspraak op de troon.
De advocaten van Albert II waren al in cassatie (de hoogste beroepsmogelijkheid) gegaan, maar die procedure kan meer dan een jaar duren.