Het spoor in Breda, onderdeel van de zogeheten Brabantroute
NOS Nieuws

Zorgen over toenemend aantal giftreinen door bewoond gebied

  • Barbara Terlingen

    redacteur Politiek

  • Barbara Terlingen

    redacteur Politiek

Iedereen is het erover eens: treinwagons vol LPG of giftige stoffen, die moet je zo min mogelijk door bewoond gebied laten gaan. Maar wie de cijfers van de afgelopen jaren bekijkt ziet dat het vervoer van zulke stoffen over het spoor tussen 2013 en 2017 juist is toegenomen: met 22 procent.

Met name de Brabantroute wordt - door werkzaamheden aan de Betuweroute - meer dan afgesproken gebruikt. Dat zit gemeenten aan die route niet lekker en daarom zaten ze vandaag met verantwoordelijk staatssecretaris Van Veldhoven aan tafel.

Met het toegenomen aantal giftreinen is het niet per se onveiliger geworden, zegt de Dordrechtse wethouder Van der Linden. "Juist de investeringen in extra veiligheidsmaatregelen hebben de ruimte voor toename van het vervoer gecreëerd". Maar dat was niet de bedoeling van die strengere maatregelen, en de ontwikkeling baart hem - en veel collega's in andere steden - zorgen.

De kans dat er iets gebeurt is klein. Maar als er wat gebeurt is de kans weer groot dat dat in bewoond gebied is.

Rik van der Linden, wethouder Dordrecht

"De kans dat er wat gebeurt is klein. Maar als er wat gebeurt, is de kans dat dat in een stedelijk gebied met veel mensen gebeurt wel groot", aldus Van der Linden. Omdat de treinen daar nog steeds volop doorheen gaan.

Zo reden er in 2018 20.500 wagons met gevaarlijke stoffen door Dordrecht. 9600 van die wagons bevatten brandbaar gas (LPG) en 7771 wagons bevatten benzine. De overige wagons waren geladen met toxische gassen en stoffen. Dordrecht ligt - met zeven-en-een-halve kilometer spoor door de binnenstad - op de transportroute tussen de havens van Rotterdam, Vlissingen en Antwerpen.

"Daarmee is er in Nederland geen ander spoortraject dat door stedelijk gebied loopt waar zoveel gevaarlijke stoffen worden vervoerd", aldus ambtenaren van de gemeente Dordrecht in een toelichting op de cijfers.

Giftige stoffen over het spoor, en zorgen bij de betrokken gemeenten en bewoners. Het is niet nieuw. Tien jaar geleden, in 2009 sturen gemeenten een brandbrief aan toenmalig minister van Verkeer, Eurlings.

Drie jaar geleden, in 2016, trekken de burgemeesters van Breda, Tilburg, Eindhoven, Helmond en Deurne aan de bel. Boos zijn ze, omdat het vervoer van giftige stoffen via de Brabantroute - tegen de afspraken in - is toegenomen.

Begin dit jaar sturen zeven gemeenten aan het spoor en de provincie opnieuw een brief aan de staatssecretaris. Ze dringen aan op een snel gesprek.

Tot aan de spoorbiels bouwen? Dat gaat gewoon niet.

Rik van der Linden, wethouder Dordrecht

Vandaag, donderdagmiddag, even na enen. De Dordtse wethouder Van der Linden heeft vanmorgen samen met collega-wethouders om tafel gezeten met de staatssecretaris van Infrastructuur. "Het is goed dat we de dilemma's met elkaar helder op een rijtje hebben gezet", blikt hij terug. "Het was een goed gesprek".

Dat komt overeen met de verklaring die staatssecretaris Van Veldhoven laat rondsturen. "Er is vandaag met bestuurders van verschillende gemeenten en vertegenwoordigers van de goederensector en chemische industrie in goede sfeer gesproken. Vanuit het besef van gezamenlijke verantwoordelijkheid over het vervoer van goederen per spoor, waaronder gevaarlijke stoffen. Dat de veiligheid van omwonenden van het spoor nooit in het geding mag zijn, vonden en vinden alle partijen", aldus de verklaring van de staatssecretaris.

Daar waar de wethouder van flinke "dilemma's" spreekt heeft de staatssecretaris het over "zoeken naar het leggen van de puzzel".

En een puzzel is het. Al jarenlang bekijken Rijk, gemeenten, bedrijven en andere betrokkenen hoe vervoer en wonen het veiligst samen kunnen gaan. De gevaarlijke stoffen zouden minder per spoor, en meer via de Betuweroute en vaarwater gaan. Dat is voor een deel ook gebeurd, maar door werkzaamheden aan het traject wordt de Brabantroute -meer dan voorzien- gebruikt.

De afgelopen jaren werd er ook flink gewerkt aan het verbeteren van de veiligheid op en rond het spoor. Van der Linden: "Betere spoorbegeleiding, nieuwere wissels. De kwaliteit is flink verbeterd, met als gevolg dat het spoor ook meer aankan. Begrijp me niet verkeerd; dat is ook goed voor de BV Nederland. Tegelijkertijd, het stelt ons ook voor dilemma's."

En dat betreft niet alleen de toenemende druk op het spoor, maar ook de gevolgen voor nog te bouwen woningen.

Van der Linden: "We hebben veel woningzoekenden, en we hebben ook een bouwopgave van het Rijk".

Tot 2030 moeten er alleen al in Dordrecht 10.000 woningen bij komen. "We willen met zijn allen niet meer verder het groen in bouwen, dus kijken we binnen de stadsgrenzen. Maar daar zijn dus grenzen aan, onder meer vanwege de sporen door de stad. Vanwege de veiligheid- en geluidsnormen. Ook al zouden we het willen, tot aan de spoorbielzen bouwen gaat gewoon niet".

In een brief aan de Kamer erkende staatssecretaris Van Veldhoven eerder dit jaar dat de risicoplafonds op "meerdere trajecten zijn overschreden". Dat betekent volgens haar niet dat de veiligheid in het geding is geweest.

Het klinkt ingewikkeld, normen die overschreden zijn, maar veiligheid die niet in het geding was. Hoe kan dat met elkaar gerijmd?

De risicoplafonds geven een veiligheidscontour aan, waarbinnen niet gebouwd mag worden. Er zijn dus op verschillende plekken meer treinen langsgekomen dan afgesproken, maar de normen over veilige afstanden ten opzichte van andere bebouwing zijn niet overschreden. De staatssecretaris blijft er dan ook bij dat aan de veiligheidsnorm overal wordt voldaan.

Verhalen als zouden nu de normen worden versoepeld, doet ze af als onzin. Daarmee zijn de zorgen van gemeenten op de route niet ineens minder.

Het spoorvervoer draagt bij aan de BV Nederland, maar onze bouwplannen raken in de knel

Rik van der Linden, wethouder Dordrecht

Toch is de Dordrechtse wethouder Van der Linden blij met de "open houding" vandaag van de staatssecretaris. "Dat er nu gesprekken op gang komen over hoe het verder moet, is een goede zaak. Dat heb ik de afgelopen jaren gemist."

Maar in welke richting moeten de gesprekken wat hem betreft gaan? Is het doel om uiteindelijk van al het transport door de stedelijke centra heen af te gaan?

Dat beeld heeft Van der Linden nog niet voor ogen. "Dat is een discussie waard, maar we moeten zien wat de inzichten ons tussentijds leveren. Onderzoek naar meer vervoer over water, meer vervoer via de Betuwelijn is nodig." Zelfs de IJzeren Rijn moet wat hem betreft bekeken worden. Iets waar collega's uit Brabantse steden ook eerder voor pleitten.

Nijpend probleem

Ook vertegenwoordigers van die Brabantse steden waren vandaag bij het gesprek. Zoals de Eindhovense wethouder Monique List. Was ze eerder dit jaar nog ontevreden over de toon en antwoorden van de staatssecretaris, nu spreekt ze van een "positief gesprek" in "heel goede sfeer".

"Er was een gedeeld gevoel van verantwoordelijkheid en er met elkaar uit willen komen. Begin dit jaar hadden we het idee dat de staatssecretaris ons gevoel van een nijpend probleem niet deelde. Vandaag zagen we dat dat wel zo is."

De partijen blijven de komende maanden in gesprek.

Scherp

"We werken nu met elkaar aan verschillende manieren om het goederenvervoer op omleidingsroutes van de speciaal daarvoor ontworpen Betuweroute tot een minimum te beperken. Bekeken wordt hoe wetgeving en realiteit beter kunnen aansluiten. Zowel het naar boven als naar beneden bijstellen van de wettelijke grenzen aan de hoeveelheid te vervoeren stoffen zijn opties die worden onderzocht", aldus Van Veldhoven.

Voor 2020 worden er geen besluiten genomen. Dat betekent bijvoorbeeld voor de gemeente Dordrecht dat sommige woningbouwplannen nog wat langer op de tekentafel moeten blijven liggen.

Maar stil staat het natuurlijk ook niet, erkent wethouder Van der Linden. De gemeente zal er scherp bovenop blijven zitten.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl