Woede over aanslagen Sri Lanka keert zich tegen ahmadi-moslims
In Sri Lanka zijn honderden Pakistaanse vluchtelingen de stad Negombo ontvlucht om aan wraakacties van de lokale bevolking te ontkomen. Anderen hebben hun toevlucht gezocht tot hun moskee in Negombo, waar ze door de politie en militairen worden beschermd.
De Pakistanen zijn naar Sri Lanka gevluchte ahmadi-moslims. Ze beschouwen de stichter van hun geloof, Mirza Gulham Ahmad (1835-1908), als de messias die door de profeet Mohammed werd voorspeld. Volgens het Pakistaanse recht zijn ze geen moslims. Ze lopen het risico in hun vaderland ter dood veroordeeld te worden wegens godslastering.
Om aan vervolging te ontkomen zijn zo'n 1600 ahmadi-moslims naar Sri Lanka gevlucht. Een deel kwam in Negombo terecht. De stad werd bij de zelfmoordaanslagen van zondag zwaar getroffen: bij de aanslag op een kerk in Negombo kwamen volgens kerkelijke leiders bijna 200 mensen om.
Woede over de aanslagen keerde zich dus tegen de ahmadi-moslims. Ze werden met stokken en stenen aangevallen, op straat maar ook in hun huizen.
"In Pakistan werden we aangevallen, omdat we geen moslims zouden zijn", zei een van hen tegen persbureau AP. "Nu worden we in Sri Lanka aangevallen, omdat we moslims zijn."
De Sri Lankaanse regering zegt dat de ahmadi-moslims beschermd zullen worden.