College financieel toezicht adviseert Rutte in te grijpen op Curaçao
Het College financieel toezicht op Curaçao heeft de regering in Den Haag geadviseerd om in te grijpen op het eiland. Voor het derde opeenvolgende jaar krijgt de overheid in Willemstad haar huishoudboekje niet op orde. Er is een tekort van 135 miljoen euro en de oorzaak daarvan is volgens het College structureel.
Het advies hing al enige tijd in de lucht, omdat het Curaçao maar niet lukt om zelf orde op zaken te stellen. Dat is vooral het gevolg van te optimistische opbrengstenramingen, tekortkomingen in het financieel beheer en gebrek aan budgetdiscipline waardoor de uitgaven niet binnen de begroting blijven.
Twee keer eerder heeft het College Den Haag gevraagd in te grijpen. Dat was in 2012, in de regeerperiode van Gerrit Schotte op Curaçao, en in 2017 op Sint-Maarten. Beide keren volgde Den Haag het advies op en stelde orde op zaken. Maar of dat nu ook gaat gebeuren, valt te bezien.
Convenant voor groei
In januari tekenden premier Rutte en zijn Curaçaose collega Rhuggenaath nog een convenant over een economische groeistrategie voor het eiland. Curaçao behoudt daarin weliswaar de regie, maar Nederland kreeg een vinger in de pap om het financieel beheer en de overheidsorganisatie van Curaçao op orde te krijgen. De belabberde staat waarin beide verkeren, is volgens het College financieel toezicht reden dat het Curaçao niet lukt om financieel schoon schip te maken.
Curaçao onderkent dat, maar wijt de financiële problemen vooral aan de crisis in Venezuela. Dat land - op slechts 75 kilometer afstand - is een van de belangrijkste handelspartners. De raffinage van ruwe aardolie uit Venezuela is een van de voornaamste pijlers van de Curaçaose economie, biedt werkgelegenheid en zorgt voor deviezeninkomsten.
Vanwege de verhoogde sancties van de Verenigde Staten is de olieproductie van de raffinaderij inmiddels stil komen te liggen. Uitbetaling van salarissen en huurbetalingen voor de raffinaderij van Venezuela aan Curaçao staan onder druk.
Het is daardoor al enige tijd onrustig onder de Curaçaose arbeiders in de oliesector. De negatieve effecten van de aanhoudende diepe crisis in Venezuela worden dan ook steeds meer zichtbaar in andere economische sectoren van Curaçao, zoals het toerisme.
In een brief aan zijn collega Rutte deed premier Rhuggenaath vorige week een klemmend beroep op Den Haag om de strenge financiële normen waaraan Curaçao moet voldoen, soepel toe te passen. De wet op het financieel toezicht biedt die mogelijkheid en zou het eiland ruimte kunnen geven om juist geld in de economie te pompen.
Een aanwijzing uit Den Haag zou de gezamenlijk afgesproken groeistrategie en de financiële ruimte die ook volgens Rutte nodig is, kunnen doorkruisen. De adviesbrief van het College financieel toezicht voor een aanwijzing biedt echter ook mogelijkheden om onder de vlag van datzelfde convenant en zonder aanwijzing toch harde maatregelen te treffen.
De Rijksministerraad besluit later deze maand of het advies van het College financieel toezicht wordt opgevolgd.